woensdag 30 september 2015

ICA congres in het teken van verandering

Van 25 tot 30 september nam ik deel aan de jaarlijkse bijeenkomst van de International Council on Archives in Reykjavik, IJsland. Zaterdag en zondag waren vergaderdagen, o.a. met de Raad van Bestuur van de ICA en de sectie voor beroepsverenigingen SPA. Belangrijk onderwerp tijdens deze vergaderingen was dse inzet die de ICA wil geven aan de bevordering van archiefwezen en records management in Afrika. Daarvoor is een strategie geformuleerd en een werkplan opgesteld. Thema's zijn promotie (advocacy) van het archiefwezen in de richting van de overheid, onderwijs en training en bevordering van het netwerk. Er is daarvoor budget beschikbaar en de verschillende geledingen van de ICA hebben zich bereid verklaard hun projecten de komende jaren waar mogelijk op Afrika te richten. Voorlopig is het nog lastig om van start te gaan omdat de directeuren van nationale archieven in Franstalig Afrika verklaarden onvoldoende te zijn betrokken bij het formuleren van de strategie; dat zou teveel een zaak van de Engelstaligen zijn geweest…... Dat is jammer, want de collega's die ik spreek vragen  om steun en willen het liefst morgen al met projecten starten.

Het congres had als thema Evidence, security and civil rights, dat betekende een focus op informatie en recent gevormd archief. De congresbijdragen waren gevarieerd. Helaas moest ik een lezing missen over de lessen die getrokken kunnen worden uit Hillary Clintons omgang met email. Wel was ik bij de lezing van Joan Soler Jimenez uit Catalonië, hij vertelde ons hoe zijn vereniging zich inzet voor de aanname van de Verklaring over Archieven door de verschillende Catalaanse overheden. Hij constateert daarbij dat hoewel de verklaring inmiddels door de overheid breed wordt gedragen, dit niet betekent dat diezelfde overheid zich nu meer dan tevoren inzet voor goed (digitaal) records management. Ondanks de campagne worden de archieven in Catalonië nog steeds vooral gezien als behoeders van het erfgoed, van bestanden met historische waarde. De rol van archieven ten behoeve van een transparante overheid komt nog onvoldoende uit de verf.
Een sessie verzorgd door universiteitsarchivarissen was in dit verband interessant. In meerderheid herkenden de Amerikanen onder hen zich niet in het op recente informatie gerichte congresthema, omdat de oriëntatie van hun werk nu juist het erfgoed is. Zij beheren afgesloten archieven en zijn niet gediend met campagnes gericht op het belang van archieven voor de democratie. De archivaris van de universiteit Paris Diderot, Charlotte Maday, liet een heel ander geluid horen. Zij is eigenlijk meer records manager dan archivaris, want de bestanden die zij beheert worden op termijn overgedragen aan het Franse Nationaal Archief. De universiteitsarchivarissen die aan het woord kwamen vertelden desgevraagd dat zij vrijwel geen rol hebben in het behoud van onderzoeksdata. Die berusten nog onder de onderzoekers of hun instituten. Ik bedacht dat in Nederland gelukkig al heel lang aan de weg wordt getimmerd door DANS en zijn voorlopers.

Zelf had ik een rol in de presentatie van het UNESCO PERSIST project (Platform to Enhance the Sustainability of the Information Society Transglobally). Dit project beoogt de bevordering van de duurzaamheid van het digitale erfgoed en is onderdeel van het UNESCO Memory of the World Programme. Momenteel wordt gewerkt aan twee projecten, een software heritage platform en richtlijnen voor de selectie van digitale bestanden die voor behoud in aanmerking komen, zowel in de sfeer van archieven, bibliotheken als musea. Doel van het platform is om via virtuele machines oude software weer tot leven te wekken. Daartoe wordt de samenwerking gezocht met grote IT-bedrijven zoals Microsoft. Die worden onder meer opgeroepen om hun oude besturingssystemen beschikbaar te stellen, zodat daarop verouderde software weer kan werken. In Reykjavik was tijd ingeruimd voor het bediscussiëren van de concept-richtlijnen. De tekst die werd voorgelegd had nog een groot 'bibliotheek'gehalte, maar dankzij de inzet van collega's in Reykjavik komt daar nu verandering in. In november zullen de richtlijnen worden gepresenteerd tijdens UNESCO's algemene conferentie. Daar zal ook in samenwerking met Carnegie Mellon University een voorbeeld van een virtuele machine worden getoond.


De ICA maakte het ook dit jaar financieel mogelijk dat enkele jonge collega's konden deelnemen aan het congres. Bij de afsluiting lieten zij ons delen in hun ervaringen. Hartverwarmend waren de woorden van de jonge Nigeriaan Elvis Otobo. Hij hield de zaal voor dat hij tijdens het congres een sfeer van verandering had gevoeld, die hem sterk had aangestoken: I feel change! Gewapend met de opgedane kennis en wetend dat hij niet alleen staat maar kan bouwen op een groeiend netwerk van collega's zal hij terugkeren naar Nigeria om zich daar als archivaris in te zetten voor zijn land en voor Afrika. Ik denk dat na zijn woorden ook de criticasters van de ICA strategie voor Afrika niet anders kunnen dan zich inzetten voor hun continent, waar nog zoveel te doen is en dus nog heel veel kan worden bereikt. Met de enthousiaste woorden van deze jonge collega in gedachten ben ik op het vliegtuig gestapt, klaar om de draad bij het Gelders Archief weer op te pakken.