Van 25 tot 30 september nam ik deel aan
de jaarlijkse bijeenkomst van de International Council on Archives in
Reykjavik, IJsland. Zaterdag en zondag waren vergaderdagen, o.a. met de Raad
van Bestuur van de ICA en de sectie voor beroepsverenigingen SPA. Belangrijk
onderwerp tijdens deze vergaderingen was dse inzet die de ICA wil geven aan de
bevordering van archiefwezen en records management in Afrika. Daarvoor is een strategie geformuleerd
en een werkplan opgesteld. Thema's zijn promotie (advocacy) van het
archiefwezen in de richting van de overheid, onderwijs en training en
bevordering van het netwerk. Er is daarvoor budget beschikbaar en de
verschillende geledingen van de
ICA hebben zich bereid verklaard hun projecten de komende jaren waar mogelijk
op Afrika te richten. Voorlopig is het nog lastig om van start te gaan omdat de
directeuren van nationale archieven in Franstalig Afrika verklaarden
onvoldoende te zijn betrokken bij het formuleren van de strategie; dat zou
teveel een zaak van de Engelstaligen zijn geweest…... Dat is jammer, want de
collega's die ik spreek vragen om steun en willen het liefst morgen al
met projecten starten.
Het congres had als thema Evidence, security and civil rights,
dat betekende een focus op informatie en recent gevormd archief. De
congresbijdragen waren gevarieerd. Helaas moest ik een lezing missen over de
lessen die getrokken kunnen worden uit Hillary Clintons omgang met email. Wel
was ik bij de lezing van Joan Soler Jimenez uit Catalonië, hij vertelde ons hoe
zijn vereniging zich inzet voor de aanname van de Verklaring over Archieven
door de verschillende Catalaanse overheden. Hij constateert daarbij dat hoewel
de verklaring inmiddels door de overheid breed wordt gedragen, dit niet
betekent dat diezelfde overheid zich nu meer dan tevoren inzet voor goed
(digitaal) records management. Ondanks de campagne worden de archieven in
Catalonië nog steeds vooral gezien als behoeders van het erfgoed, van bestanden
met historische waarde. De rol van archieven ten behoeve van een transparante
overheid komt nog onvoldoende uit de verf.
Een sessie verzorgd door
universiteitsarchivarissen was in dit verband interessant. In meerderheid
herkenden de Amerikanen onder hen zich niet in het op recente informatie
gerichte congresthema, omdat de oriëntatie van hun werk nu juist het erfgoed
is. Zij beheren afgesloten archieven en zijn niet gediend met campagnes gericht
op het belang van archieven voor de democratie. De archivaris van de universiteit Paris Diderot,
Charlotte Maday, liet een heel
ander geluid horen. Zij is eigenlijk meer records manager dan archivaris, want
de bestanden die zij beheert worden op termijn overgedragen aan het Franse
Nationaal Archief. De universiteitsarchivarissen die aan het woord kwamen
vertelden desgevraagd dat zij vrijwel geen rol hebben in het behoud van
onderzoeksdata. Die berusten nog onder de onderzoekers of hun instituten. Ik
bedacht dat in Nederland gelukkig al heel lang aan de weg wordt getimmerd door DANS en
zijn voorlopers.
Zelf had ik een
rol in de presentatie van het UNESCO PERSIST project
(Platform to Enhance the
Sustainability of the Information Society Transglobally). Dit project beoogt de bevordering van de
duurzaamheid van het digitale erfgoed en is onderdeel van het UNESCO Memory of
the World Programme. Momenteel wordt gewerkt aan twee projecten, een software
heritage platform en richtlijnen voor de selectie van digitale bestanden die
voor behoud in aanmerking komen, zowel in de sfeer van archieven, bibliotheken
als musea. Doel van het platform is om via virtuele machines oude software weer
tot leven te wekken. Daartoe wordt de samenwerking gezocht met grote
IT-bedrijven zoals Microsoft. Die worden onder meer opgeroepen om hun oude
besturingssystemen beschikbaar te stellen, zodat daarop verouderde software
weer kan werken. In Reykjavik was tijd ingeruimd
voor het bediscussiëren van de concept-richtlijnen. De tekst die werd
voorgelegd had nog een groot 'bibliotheek'gehalte, maar dankzij de inzet van
collega's in Reykjavik komt daar nu verandering in. In november zullen de
richtlijnen worden gepresenteerd tijdens UNESCO's algemene conferentie. Daar zal ook in samenwerking met Carnegie
Mellon University een voorbeeld van een virtuele machine worden
getoond.
De ICA maakte het ook dit jaar financieel
mogelijk dat enkele jonge collega's konden deelnemen aan het congres. Bij de
afsluiting lieten zij ons delen in hun ervaringen. Hartverwarmend waren de
woorden van de jonge Nigeriaan Elvis Otobo. Hij hield de zaal voor dat hij
tijdens het congres een sfeer van verandering had gevoeld, die hem sterk had
aangestoken: I feel change! Gewapend met de opgedane kennis en wetend dat
hij niet alleen staat maar kan bouwen op een groeiend netwerk van collega's zal
hij terugkeren naar Nigeria om zich daar als archivaris in te zetten voor zijn
land en voor Afrika. Ik denk dat na zijn woorden ook de criticasters van de ICA
strategie voor Afrika niet anders kunnen dan zich inzetten voor hun continent,
waar nog zoveel te doen is en dus nog heel veel kan worden bereikt. Met de
enthousiaste woorden van deze jonge collega in gedachten ben ik op het
vliegtuig gestapt, klaar om de draad bij het Gelders Archief weer op te pakken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten