vrijdag 16 december 2011

De kracht van cultuur en media

Gisteren nam Judith van Kranendonk afscheid als directeur-generaal Cultuur en Media bij OCW. Dat gebeurde met een symposium: De kracht van cultuur en media. In haar opening wees Judith er op dat cultuur voor iedereen bedoeld is en niet alleen voor een elite. Dit werd beaamd door spreker Emilie Gordenker, directeur van het Mauritshuis. Zulke uitspraken staan op enigszins gespannen voet met het huidige regeringsbeleid, dat ertoe leidt dat de deelname aan cultuur zal verminderen: kaartjes worden voor veel mensen te duur, cursussen zijn niet meer betaalbaar. Onze archieven blijven gelukkig onverminderd vrij toegankelijk, de Archiefwet staat daar borg voor. Onze bezoekers kunnen van de bronnen die wij beheren zonder kosten gebruik maken en wel zo dikwijls als zij dat willen. Openingstijden perken dit in, maar het internet biedt de ultieme mogelijkheid tot 24/7 raadpleging, al besef ik dat de optimale virtuele studiezaal er nog niet is.
Spreker Paul Schnabel (Sociaal Cultureel Planbureau) bracht naar voren dat het leuk is om het mecenaat te bevorderen maar dat dit hooguit kan zorgen voor het toefje slagroom op de taart. Zonder overheid, geen cultuur, anders gezegd: het vorstelijk mecenaat is via de democratisering het mecenaat van ons allen, van de overheid geworden. In de archiefsector geldt dit bij uitstek. Een onafhankelijke positie is noodzakelijk uit oogpunt van onze functie ten aanzien van democratie en transparant overheidshandelen, alleen voor projecten in de marge daarvan is sponsoring mogelijk. 
Henk Hagoort, voorzitter van de raad van bestuur van de Publieke Omroep wees erop dat de jeugd in de leeftijd 13 tot 20 jaar 113  minuten per dag tv kijkt, even zoveel minuten radio luistert, maar het internet dagelijks 128 minuten gebruikt. Voor hem is het dan ook de grootste uitdaging voor de omroep om zich een positie te verwerven op het web en een vaste plek te krijgen op de tablets. Hij is daar optimistisch over, gezien de enorme belangstelling voor videobeeld. Vertaald naar onze context: een app van DNA (De Nederlandse Archieven) op de meeste ipads en andere tablets, daar zullen we voor moeten gaan. Vaart maken dus met de gemeenschappelijke toegang tot de archiefcollectie Nederland, zoals Halbe Zijlstra voorstaat!

donderdag 8 december 2011

Crowd sourcing

Gisteren de conferentie DISH 2011 in Rotterdam bezocht. Beduidend minder deelnemers dan verwacht, de crisis slaat toe! De conferentie bood verschillende interessante onderwerpen. Een van de keynotespeakers, Amber Case, bekeek de mens in de virtuele wereld vanuit antropologisch oogpunt.  Hoe verandert ons gedrag door het gebruik van internet, mobiele telefoon, de social media enz. Al  luisterend naar haar betoog realiseerde ik mij dat ik nog erg in oude media denk en handel. Een e-book wil ik graag lezen als een gewoon boek qua opmaak en met het omslaan van pagina's. Ik bel liever met toetsen dan door mijn telefoon toe te spreken. Mijn gedrag is dus maar ten deel veranderd door het internet. Maar de jongeren van nu staan heel anders in de virtuele wereld en hoe de baby's en kleuters van vandaag straks met de moderne media omgaan is niet te voorspellen. Toch moet een archiefinstelling daar op proberen in te spelen. Zoals gespreksleider Chris Batt ons voorhield: we moeten zoals de dolfijn op zee de enorme golf voor blijven, ook al lopen we daarbij risico's!
's Middags koos ik voor de workshop crowd sourcing. Interessant was het om te vernemen hoe bij Huis van Alijn in Gent in korte tijd duizend foto's door de "crowd" zijn getagd. Bij Christchurch Art Gallery speelt een ander initiatief. Dit Nieuw-Zeelandse museum heeft een groot aantal topografische schilderijen in de collectie waarvan de weergegeven locatie onbekend was. Dankzij de crowd zijn deze nu merendeels beschreven.
Ik zie voor ons in Arnhem verschillende mogelijkheden, van taggen van foto's tot het online indiceren van akten. Met het transcriberen van teksten van middeleeuwse en 16e-eeuwse teksten zijn we heel voorzichtig begonnen. Waar dit toe zou kunnen leiden als we er volmondig voor zouden kiezen, liet in Rotterdam het Britse Transcribe Bentham zien. Dit project heeft in heel korte tijd veel transcripties tot stand gebracht en de bijbehorende website is een bezoek waard.
In de nieuwbouw van het Gelders Archief is rekening gehouden met werkruimte voor een fors aantal vrijwilligers. Op die wijze, gewoon fysiek, bij ons in huis, blijven we zeker werken. Maar het is goed om ook klaar te zijn voor diegenen die op afstand een bijdrage willen leveren aan het ontsluiten van onze bronnen. Ook hier dus uitdagingen genoeg!

vrijdag 2 december 2011

Creatieve industrie en archieven

De regering heeft de creatieve industrie aangewezen als een van de topsectoren van de Nederlandse economie en er een "topteam" voor benoemd, bestaande uit een wetenschapper (Valerie Frissen), een topambtenaar (Judith van Kranendonk), een "innovatieve MKB-er" (Yuri van der Geest) en Victor van der Chijs (OMA), als boegbeeld en voorzitter. Ambitieuze doelstelling is om Nederland in 2020 de meest creatieve economie van Europa te laten zijn. Om daar te komen, is netwerkorganisatie CLICK in het leven geroepen, die de krachten van bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden moet bundelen. Binnen CLICK zijn verschillende "netwerktafels" actief, die elk een innovatieagenda moeten opstellen. Onderwerpen op die agenda zullen worden uitgevoerd met publiek-private samenwerking en financiering. Een van deze netwerktafels is "Next Fashion", bedoeld voor innovatie in de modesector. Bij dit modenetwerk is het Gelders Archief betrokken, als een van de dragers van Modekern Arnhem, dat de Nederlandse modearchieven wil veilig stellen. Ik nam daarom vandaag deel aan een startbijeenkomst voor alle netwerken in de Jaarbeurs in Utrecht. Ik heb daar ingebracht dat het voor innovatie van de modesector essentieel is om kennis te kunnen nemen van het eigen erfgoed en dan in het bijzonder van de design-archieven. De archiefsector kan daarbij behulpzaam zijn. Zeker in het huidige digitale  tijdperk, waarbij modedesign een virtueel proces is geworden. Digitale duurzaamheid, zo hebben we bij het Gelders Archief ervaren, is nog geen gemeengoed in de modewereld en een relatie met het e-depot in ontwikkeling is dus heel zinvol. Het is nog even de vraag of we met Modekern Arnhem tot de innovatieagenda zullen doordringen, want er zijn veel meer initiatieven binnen de modesector die daar naar streven. Het zou wèl een mooie opsteker zijn en de ingrediënten hebben we in Arnhem: betrokkenheid van de ontwerpers zelf, van de kennissector (ArtEz, Premsela), de erfgoedsector (Museum Moderne Kunst en Gelders Archief) en de overheid (provincie en gemeente).

zaterdag 26 november 2011

archivaris of geschiedschrijver?

Gisteren was ik aanwezig bij de viering van 25 jaar Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe en de start van de virtuele studiezaal, de vernieuwde website van deze instelling. De site biedt voortaan niet alleen toegang tot de archieven en collecties van het archivariaat, maar ook, dankzij digitalisering, in toenemende mate tot de achterliggende stukken. Waar het streekarchivariaat fysiek géén eenheid vormt maar te vinden is op vijf locaties, is die eenheid er voor de onderzoeker virtueel dus steeds meer.
Ter gelegenheid van het jubileum verscheen bij de IJsselacademie het boek Ontmoetingsplaats voor verhalen, dat werd gepresenteerd door de directeur van de academie, Jos Mooijweer. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om van leer te trekken tegen de regionaal historische centra, die hij neerzette als publieksonvriendelijk en niet historisch deskundig. Kleinere instellingen als het Veluwse streekarchivariaat, doen het in zijn ogen veel beter. Daar zijn gastvrije, klantgerichte archivarissen te vinden, kenners van de lokale en regionale geschiedenis. Kom daar bij de grote archieven maar eens om, zo meldde hij.
Inderdaad, bij een rhc als het Gelders Archief zal de kennis op het niveau van wijk en dorp beperkter zijn. Maar dat zie ik niet als probleem. Voorop staat voor mij dat wij bezoekers, virtueel of in persoon, kunnen begeleiden op zoek naar antwoorden op hun vragen. Dat is iets anders dan zelf het antwoord geven! Bovendien, er zijn inmiddels zoveel (amateur)historici actief, die samen zoveel kennis hebben vergaard, dat wij daar nooit tegen op kunnen. En dat moeten we ook niet willen. We hebben onze handen vol aan onze eigenlijke archivistische taak, het e-depot incluis, laten we dus bij onze leest blijven of daar naar terugkeren!
Natuurlijk is het denkbaar dat een archiefinstelling zich op het gebied van de geschiedschrijving begeeft. Maar dat  moet dan niet verward worden met de inhoud van onze professie. Voor een archivaris is het historisch bedrijf toch echt een nevenopdracht. Daar zijn bij het Gelders Archief zelfs aparte geldstromen mee gemoeid.

zaterdag 19 november 2011

Arnhemse mystiek in de 16e eeuw

Afgelopen vrijdag opende in het Historisch Museum in Arnhem de tentoonstelling Verborgen leven. Arnhemse mystiek in de 16e eeuw. De opening daarvan werd heel toepasselijk gehouden in de Waalse kerk, de kapel van het voormalige Sint-Agnietenklooster. Dit klooster blijkt een centrum van mystiek te zijn geweest, daarvan getuigen enkele handschriften die in deze gemeenschap in de 16e eeuw zijn afgeschreven. Deze handschriften vormen de kern van de tentoonstelling. Bij de opening hield Miek Pot een beschouwing over het innerlijk leven. Zij leefde twaalf jaar als kartuizer non in de Ardennen. Aan de hand van haar lezing kon ik mij een aardig beeld vormen van hoe dit leven er uit kan hebben gezien: verstild, volledig naar binnen gekeerd, heel meditatief. Maar ik besef dat de interpretatie van Miek Pot gebaseerd is op haar eigen ervaringen opgedaan in de 20e eeuw. Hoe dan ook, het is jammer dat niet iedere museumbezoeker vooraf haar beschouwing voorgeschoteld kan krijgen!
In de tentoonstelling is een film in 3d opgenomen, gemaakt door Martin van der Meijde (Arnhem 3d) die op een bijzondere wijze de kloostergebouwen presenteert, om in de sfeer te blijven: monnikenwerk!
Ik had het heel mooi gevonden als het Gelders Archief in archiefstukken meer had kunnen bijdragen aan deze tentoonstelling, maar wij bezitten helaas maar één stuk van het Agnietenklooster. Ik moest terug denken aan hoe ik destijds voor mijn promotie onderzoek deed in het Leidse stadsarchief. Daar is de situatie heel anders dankzij archivaris avant la lettre Jan van Hout. Deze stadssecretaris behoedde de archieven van de middeleeuwse kloosters en conventen voor de ondergang. Hoewel voor het zestiende eeuwse Leidse stadsbestuur het bewaren van eigendomsbewijzen voldoende was, had hij oog voor het historische belang en zo bleven grote delen van de archieven behouden. In Arnhem moeten we het dus doen met de handschriften die zijn overgeleverd, maar gelukkig hebben die veel te bieden!

donderdag 17 november 2011

i-NUP en e-depot: twee werelden?

Vandaag nam ik deel aan het jubileumcongres van de 80-jarige Vereniging SOD. Een van de keynotesprekers was Rob Evelo, programmamanager iNUP van het ministerie van BZK. Hij hield een boeiend verhaal over iNUP, dat is de overheidsbrede implementatie van het Nationaal UitvoeringsProgramma e-overheid (een hele mond vol!). Sinds dit jaar is een basisinfrastructuur voor informatie-uitwisseling tussen de verschillende overheden en tussen overheid en burgers en bedrijven gereed. In de periode tot 2015 moet deze infrastructuur door die overheden ook in gebruik genomen worden. Vele miljoenen zijn daarvoor beschikbaar. Het gaat dan om e-overheid (loket) voor burgers, e-overheid voor bedrijven, één stelsel van basisregistratie (daaronder bijvoorbeeld GBA, BAG en WOZ) en standaardisatie. In de i-NUP brochure die ik in de congresmap aantrof, wordt nergens melding gemaakt van duurzaam behoud van gegevens. Dat is ook niet het doel van i-NUP. Maar hoe plezierig zou het zijn als i-NUP en e-depot hand in hand zouden gaan. Dat zou betekenen dat de verschillende overheden niet alleen budgetten bundelen voor het leveren van producten als vergunningen, paspoorten en dergelijke, maar ook om te waarborgen dat burgers in ruime mate toegang krijgen tot recente en historische overheidsinformatie. iNUP spreekt over één digitale overheid, staatssecretaris Zijlstra over één toegang tot de archiefcollectie NL. Het  lijken twee werelden: BZK en i-NUP en OCW en e-depot. Maar de verbinding, daar gaat het om. Die heb ik nog niet kunnen ontwaren, maar misschien ben ik gewoon niet goed op de hoogte en wordt er achter de schermen allang gewerkt aan goede afstemming!

donderdag 10 november 2011

Het einde van de bibliotheek, ook van het archief?

Vandaag woonde ik in Amsterdam het boeiende afscheidscollege bij van Prof. John Mackenzie Owen. Hij blikte terug naar hoe hij al in 1983 het einde van de wetenschappelijke bibliotheek verwachtte. Hij illustreerde dat destijds aan de hand van de computer van de toekomst. Daarin zouden teksten worden opgeslagen, waarin we gericht zouden kunnen zoeken. Die computer zou ook beeld, muziek en zelfs film bevatten. Het liefst zag hij dit alles gepresenteerd op een beeldscherm met de grootte van een notitieblok (de iPad!!). Hij realiseerde zich toen niet welke rol het netwerk en vooral het internet zou gaan spelen. Ook voorzag hij niet hoe het gedrag van mensen die gebruik maken van de moderne informatietechnologie  zou veranderen. Dat is, zo stelde hij vanmiddag, de echte revolutie. Zoekvaardigheden die ooit alleen te vinden waren bij bibliothecarissen, archivarissen en literatuuronderzoekers, zijn nu algemeen geworden.
Terecht constateert  Mackenzie Owen dat de wetenschappelijke bibliotheek van 1983 ter ziele is. Alleen het gebouw staat er nog. Onze informatie vinden we online en niet daar. De studenten die er komen, zoeken de rust, een plek waar ze zich kunnen concentreren, een plek ook voor sociaal contact en overleg. Maar daar is geen kostbaar gebouw voor nodig. Dat doet me denken aan een initiatief dat momenteel in Amersfoort wordt ontplooid waarbij openbare bibliotheek en wijkcentrum worden gecombineerd. Zo ontstaat een nieuwe ruimte voor ontmoeting en studie. Dat kun je natuurlijk bibliotheek noemen, maar dat is het niet!
Kijk ik naar de archiefwereld, dan zie ik tot op zekere hoogte een analoge ontwikkeling. Belangrijk verschil is alleen dat we in onze archieven te maken hebben met vele kilometers unica. Er blijft dus nog tot in lengte van jaren behoefte aan plaatsen waar je die kunt inzien, want digitalisering van alles is de komende jaren nog onbetaalbaar. Maar de virtuele studiezaal zal de boventoon voeren.
Wat de vaardigheden van onze onderzoekers betreft: tot nu toe zijn wij nodig als intermediair, maar zodra bronnen online zijn, is het ons publiek dat zich daarover ontfermt en zorgt voor transcriptie, tagging en ga zo maar door. Belangrijke rol voor de archivaris blijft het duurzaam beschikbaar houden van deze digitale bronnen, het zorgen voor goede context en het waarborgen van authenticiteit.


zaterdag 29 oktober 2011

Passie voor geschiedenis

Gisteren mocht ik als dagvoorzitter optreden in Ede bij het symposium Passie voor geschiedenis, wat is er gaande in de Edese geschiedschrijving? Doel van deze bijeenkomst was het stimuleren van historisch onderzoek in Ede. Verschillende (amateur)historici vertelden over inhoud en aanpak van hun onderzoek. De onderwerpen varieerden van Joden in Bennekom tot de geschiedenis van het Otterlose Bos en de buurten van Ede.
In de discussies kwam de openbaarheid van archieven aan de orde: hoe lang moeten archieven gesloten blijven, of anders geformuleerd, wanneer is een onderwerp niet gevoelig meer? Het antwoord daarop is voor mij tamelijk helder: optimale openbaarheid behoudens de beperkingen die daar nu eenmaal voor gelden. Maar al direct werd duidelijk, dat het niet zo zeer de overheidsarchieven zijn die problemen opleveren, maar particuliere archieven die aan openbaarheidsbeperkingen onderhevig zijn. Ik vind het onze taak om bij overbrenging te pleiten voor een openbaarheid  zoals die geldt voor overheidsarchieven. Daarnaast bevinden zich in onze bewaarplaatsen heel wat particuliere archieven die in een grijs verleden aan ons in bewaring zijn gegeven. De betreffende overeenkomsten zijn nogaleens gedateerd. Overleg met de eigenaar is dan gewenst om tot ruimere openbaarheid te komen.
In het verlengde van dit onderwerp kwam de vraag aan de orde, aan wie de archivaris bescheiden toe vertrouwt voor het doen van onderzoek. Geeft hij daarbij de voorkeur aan de vakhistoricus? Die vraag werd ingegeven door de ervaring van aanwezigen dat de eigenaar van een archief de toegang weigerde vanuit de optiek dat onderzoek naar bepaalde onderwerpen voorbehouden moet blijven aan de wetenschappelijk geschoolde historicus, daar zou geen rol zijn voor de amateur. Daarop past maar één antwoord, op grond van onze beroepscode stellen wij archieven aan iedereen beschikbaar, ongeacht de opleiding van de betrokkene. Maar ook hier geldt weer, dat de praktijk lastig is: particulieren kunnen eigen regels stellen. Bij nieuwe overdrachten kun je als je het niet eens bent met stringente beperkingen van de openbaarheid afzien van overname, maar voor archieven die al sinds jaar en dag bij jou in huis zijn, heb je te maken met bestaande overeenkomsten en moet je de discussie met de eigenaar aangaan.
Zo leverde dit historisch symposium de nodige stof op tot overdenking, niet alleen voor Edese historici, maar ook voor archivarissen! En o ja, mijn passie voor geschiedenis werd weer eens aangewakkerd!

vrijdag 30 september 2011

Innovatieagenda Zijlstra

Vanmorgen voor de KVAN samen met BRAIN in Den Haag aan tafel gezeten met Nationaal Archief/OCW voor een overleg over de invulling van de innovatieagenda die dit najaar opgesteld wordt en waarvoor staatsecretaris Halbe Zijlstra 9 mln. euro beschikbaar heeft gesteld. 
Tijdens dit overleg stond al snel de vraag centraal, wat de belangrijkste uitdaging is voor de sector, met andere woorden, waar moet de focus op liggen? Voor mij is dat heel duidelijk. Al eerder, tijdens de KVAN-dagen, wees ik er op dat de hele sector al jaren spreekt over digitale archivering en e-depot, maar dat we daar in overgrote meerderheid nog niet mee werken. Toch is actieve deelname aan die ontwikkeling de enorme kans die er voor onze professie en de instellingen waar we werken ligt, als we die tenminste grijpen. Conclusie van ons overleg was dat dit inderdaad de focus moet zijn. Een verdere verschuiving dus van onze aandacht van erfgoed naar (digitale) informatie. Wil de archivaris van de toekomst een rol van betekenis spelen, dan moet het roer om. Dat is in het belang van democratie en transparantie. Maar daar zijn sterke archiefinstellingen voor nodig, een deskundige beroepsgroep en bestuurlijk committment. Een nieuwe focus wil overigens niet zeggen, dat we onze erfgoedrol moeten veronachtzamen, wèl dat in het huidge tijdsgewricht onze kans bij uitstek ligt in het aanbieden van informatie, wat trouwens uitstekend aansluit bij het dagelijks groeiende virtuele aanbod van de Nederlandse archieven. Ik moet in dit verband direct denken aan het voorbeeld van onze Stockholmse collega's, daar is in principe de gemeentearchivaris verantwoordelijk voor alle gemeentelijke informatie en heeft hij een rol gekregen die voorheen ondenkbaar was. Ook al staat dit Zweede e-depot nog in de kinderschoenen, ik vind het een na te streven ideaal.
De innovatieagenda moet de focus op onze nieuwe rol faciliteren. Concreet wordt niet aan landelijke projecten gedacht, maar aan brandpunten van vernieuwing in het land die met innovatiegelden gesteund kunnen worden en die ontwikkelingen elders kunnen bevorderen.
Dit najaar wordt verder overlegd tussen veld en ministerie. Bedoeling is om begin volgend jaar tot een conventant te komen waar Rijk, IPO, VNG, BRAIN en KVAN zich aan committeren. Daarbij wil ik voor de KVAN primair inzetten op opleiding, permanente educatie en het beroepsregister.

zondag 25 september 2011

Deutscher Archivtag

De afgelopen dagen (21-23 september) organiseerde onze Duitse zustervereniging, de VdA, in Bremen de 81. Deutscher Archivtag, daaraan namen rond de 800 archivarissen deel. Ik was daar bij als vertegenwoordiger van de International Council on Archives en had het voorrecht naar goed Duits gebruik een begroetingswoord uit te spreken bij de opening. Keynote speaker was Heribert Prantl, een in Duitsland heel bekend politiek journalist. Hij sprak over archieven als geheugen van de samenleving en over de belangrijke rol die archief en archivaris spelen in de democratie. De Duitsers waren terecht enthousiast over zijn gloedvol betoog, maar ik hoorde eigenlijk niet zoveel nieuws, ik heb de indruk dat wij al veel langer op die lijn zitten. Aardig was zijn opmerking dat archieven evenals de banken systeemrelevant zijn en daarom kost wat kost met goede budgetten overeind gehouden moeten worden.
In de wandelgangen had ik die eerste dag een onverwachte, interessante ontmoeting met Efim Potivar, voorzitter van de Russische vereniging van archivarissen ROIA. Hij bleek uitstekend Engels te spreken. Pivotar wil heel graag de banden met collega's in het westen aanhalen. Hij vertelde mij dat zijn vereniging niet alleen archivarissen samenbrengt, maar ook historici die onderzoek in archieven doen, de klanten dus. Dat is enigszins vergelijkbaar met de situatie bij onze Britse collega's. Gevraagd naar zijn kijk op de toekomst merkte hij op dat Rusland zich helaas steeds verder richting dictatuur ontwikkelt. Maar, zo zei hij, we zijn al eeuwen niets anders gewend!
De Hongaarse vertegenwoordiger meldde ons dat zijn vereniging mede door internationale druk een luisterend oor heeft gekregen bij de regering. Hij verwacht dat de archieven van de geheime dienst behouden zullen blijven. Opnieuw hoorde ik hoe lastig het voor de Hongaren is om internationaal betrokken te zijn, ieder budget daarvoor ontbreekt. Toch hechten zij bijzonder aan internationale uitwisseling. Maar het blijft dus een moeizaam zoeken naar mogelijkheden.
De tweede congresdag was er onder meer aandacht voor de virtuele studiezaal. Mijn indruk is, dat de Duitsers met het ontwikkelen daarvan nog heel terughoudend zijn. Een van de sprekers zag voorlopig zelfs af van het online verzenden van aangevraagde documenten. Om allerlei juridische redenen stuurt zijn archief papieren kopiëen per post (!). Ik bracht in dat ik verwacht dat binnen tien jaar de fysieke studiezaal op de tweede plaats zal komen en dat we onze dienstverlening primair online zullen verzorgen. Dat leek de Duitsers iets dat zij waarschijnlijk zelf niet meer zouden meemaken (en er waren heel wat veertigers in de zaal...). Voorwaarde, zo werd gesteld, was een digitalisering van alle bestanden, voorlopig een onbetaalbaar karwei. Ik haalde daarop het voorbeeld van het Stadsarchief Amsterdam aan, waar al een paar jaar geleden door Jan Boomgaard is gesteld dat alle stukken digitaal beschikbaar zijn op aanvraag van de klant en dat in Amsterdam dus de virtuele studiezaal functioneert. Uit de zaal kwam direct de reactie dat het wel heel jammer is dat klanten dan niet meer het prachtige stadarchief zouden bezoeken.....
De online dienstverlening van archieven kwam ook aan de orde bij de bespreking van de samenwerking die het Landesarchiv Baden-Württemberg is aangegaan met FamilySearch. Ik spitste hier mijn oren. De samenwerking houdt hier in dat FamilySearch voor scans direct doorlinkt naar het Landesarchiv, dat de akten kosteloos toont. Gedachte van het archief is het presenteren van de bronnen in de juiste context. Eigenlijk een prima optie, ook voor het Gelders Archief.
De laatste congresdag informeerde de directeur van het Keulse stadsarchief, Bettina Schmidt-Czaia, ons over de situatie bij haar archief. Binnenkort zal bekend worden welke architect het nieuwe stadsarchief zal gaan bouwen.Vorige maand is de laatste bergingsactie afgerond, met als resultaat dat 95% van de archiefbestanden nu geborgen is; 22% daarvan is in overzichten opgenomen, maar daarvan is pas 44% geïdentificeerd. De komende jaren zal nog een enorme inspanning verricht moet worden om alle stukken te conserveren en zoveel mogelijk bestanden in het online digitale archief te presenteren. Grootste probleem op dit moment is het gebrek aan archivarissen en restauratoren. Ondertussen is Bettina Schmidt een gewild spreker geworden, binnekort reist zij af naar Taiwan voor een conferentie over archieven en rampen; andere sprekers daar zijn Haïtiaanse collega's....
Tot zover enkele van mijn ervaringen in Bremen.

woensdag 14 september 2011

WieWasWie

Ik deel het enthousiasme van Christian van der Ven over WieWasWie. Binnenkort beschikken we over een mooie website met veel informatie en veel mogelijkheden. En inderdaad, de indexen blijven vrij toegankelijk zoals dat via Genlias en Digitale Stamboom ook al het geval was. De scans die archiefdiensten kunnen toevoegen, moeten wèl betaald worden, maar dat is wat nu ook gebeurt, althans bij het Gelders Archief. Ik beschouw dat als extra dienstverlening. Overigens heb ik er geen problemen mee om het downloaden van Gelderse akten op termijn gratis te maken, daarin is ook voorzien in het business model van WieWasWie. En wat de akten betreft die nu nog gratis worden aangeboden door FamilySearch: genealogen moeten dat maar zien als een onverwacht voordeeltje, gevolg van het feit dat overeenstemming tussen de archieven en de Mormonen zo lang op zich laat wachten!

Het kosteloos aanbieden van scans past heel goed in de ontwikkeling die we met het Gelders Archief voor ogen hebben, waarbij we de bordjes op termijn zullen verwisselen. De studiezaal bestaat dan alleen virtueel, is 24/7 geopend, heeft een helpdesk gedurende een fors aantal uren per dag en biedt in principe alle informatie die we beschikbaar hebben. Voor zover stukken nog niet digitaal zijn, zal de virtuele bezoeker die onder bepaalde voorwaarden kosteloos online kunnen laten plaatsen. In ons gebouw kun je tegen die tijd nog wel ontvangen worden, maar daar zal toegang worden geheven. Het lijkt nog ver weg, maar de tijd gaat snel!

Het Gelders Archief heeft al tientallen jaren goede contacten met de Mormonen, die in 2007 zijn begonnen met het scannen van Gelderse akten van de Burgerlijke Stand. Zonder hun inzet zou het voor ons onmogelijk zijn om binnen afzienbare tijd de akten digitaal beschikbaar te krijgen. We zullen dan ook een overeenkomst met hen sluiten.

Nog een enkel woord over WieWasWie. Ik verwacht dat de site het goed zal gaan doen. Maar juridisch gezien moet er nog wel het een en ander gebeuren. We werken nu met een stichting en de zeggenschap van de verschillende archiefdiensten is niet goed geregeld. In Gelderland experimenteren we op dit moment met het coöperatiemodel. Dat zie ik als een prima optie voor WieWasWie en voor een verdere bundeling van krachten. Lijkt me goed als belangenvereniging BRAIN  hiertoe het voortouw zou nemen!

zondag 4 september 2011

Internationaal Archiefcongres Edinburgh (3)

Niet alleen fusies tussen verenigingen waren onderwerp van gesprek, maar ook die tussen instellingen. De discussiestof daarvoor werd aangedragen door een Canadese collega die inging op de fusie tussen nationaal archief en bibliotheek in Quebec èn die in Canada als geheel. In 2007 werden beide fusies met veel enthousiasme tijdens de rondetafelconferentie van de International Council on Archives in Quebec gepresenteerd door de beide directeuren en ik moet zeggen dat ik hun enthousiasme deelde. Nu kregen we een verhaal te horen van een Canadese archivaris die niets ziet in beide fusies omdat archivarissen en bibliothecarissen heel verschillende professionals zijn, een archief echt iets anders is dan een bibliotheek, maar ook omdat bibliotheken veel meer belangstelling krijgen van publiek en politiek en archieven dientengevolge in een fusie organisatie ondersneeuwen.   Dit zijn wat mij betreft zeker zaken waar je niet aan voorbij moet gaan, maar verder zie ik toch nog steeds uitstekende mogelijkheden voor een beter publieksbereik als bibliotheken en archieven fuseren. Maar wèl op voorwaarde dat beide zich bewegen in hetzelfde historische veld en de juiste professionals worden ingezet, met andere woorden: blijf werken met goed opgeleide archivarissen en bibliothecarissen. Het publiek is hoe dan ook gebaat bij een verenigd aanbod. Ik denk daarbij concreet aan de situatie in Gelderland. Daar bestaan volledig naast elkaar de Gelderland Bibliotheek en het Gelders Archief, die beide heden en verleden van Gelderland bestrijken. Het publiek moet nu gaandeweg een onderzoek regelmatig van studiezaal wisselen. Integratie van functies in een front-office ligt dan in de rede en het is jammer dat vooral financiële belemmeringen dit onmogelijk maken. Belangrijk verschil met Quebec en Canada is in ieder geval dat de fusie daar een politieke keuze was en buiten de professionals om top down tot stand kwam. Zo is de situatie in Arnhem in ieder geval niet, dus wie weet wat de toekomst ons nog zal brengen!

Internationaal Archiefcongres Edinburgh (2)

Tijdens het congres was er ruime aandacht voor onze Brits-Ierse zustervereniging, de Archives & Records Association ARA. Deze vereniging is pas in juni vorig jaar ontstaan als een fusie van de Society of Archivists, de National Council on Archives en de Association of Chief Archivists in Local Government. Dat betekent dat in de nieuwe vereniging niet alleen individuele professionals zijn te vinden uit de voormalige Society, maar ook archiefinstellingen en zelfs verenigingen en stichtingen die de belangen van de gebruikers bevorderen. De fusie is zonder veel discussie tot stand gekomen en met veel enthousiasme ontvangen. ARA verwacht beter dan de drie oude verenigingen de belangen van de sector te kunnen bevorderen. Ik heb tijdens een forumdiscussie de vraag gesteld of ARA niet bang is voor belangentegenstellingen tussen archivarissen en archiefinstellingen. Ik kreeg als antwoord dat daar op dit moment geen sprake van is, maar dat als het zich voordoet het een mooie uitdaging zal zijn die het ARA bestuur graag aangaat. Hetzelfde geldt voor eventuele tegenstellingen tussen bijvoorbeeld genealogen en archiefmanagement. Een heel optimistische, open houding moet ik zeggen. Ik heb uitgelegd hoe we in Nederland werken met KVAN en BRAIN, twee verenigingen die zoveel mogelijk samen optrekken. De Britten vinden die afstand in ieder geval niet nodig. In het licht van de Brits-Ierse ontwikkelingen en denkend aan de structuur van de Duitse vereniging is voor een federatief verband in de toekomst zeker iets te zeggen. Maar voorlopig staat dat niet op het programma, wèl overleg met de SOD om - net als in het Verenigd Koninkrijk - professionals binnen het hele records continuum onder één dak te brengen.

Internationaal Archiefcongres Edinburgh (1)

Afgelopen week nam ik deel aan een congres dat de sectie voor archiefverenigingen van de ICA (SPA) organiseerde samen met de Britse vereniging van archivarissen ARA, met als thema Advocating for Archives and Records, the Impact of the profession in the 21st Century. Een slecht internet bereik leidde ertoe dat ik mijn bevindingen eerst aan het papier moest toevertrouwen en pas nu blog.
Keynote speaker bij de opening woensdag was Arleen Cannata Seed, hoofd van de Bibliotheek en Archieven van de Wereldbank. Zij hield het bekende verhaal over de enorme overload aan informatie waar we mee te maken hebben en stelde zich de vraag hoe hiermee om te gaan als archivaris. Daar over nadenkend, vraag ik me af, of er nu werkelijk sprake is van zo'n enorme overdaad. In hoeveelheid is dat zeker het geval, want als je alles sms-jes zou willen bewaren of als je zoals al gebeurt, een internationaal twitter archief opzet,dan is het leed werkelijk niet te overzien. Dat geldt ook voor websites en hun content. Maar als je onderscheid maakt, en dat zijn we als archivarissen al heel lang gewend, dan is de situatie al heel anders. Daarvan een voorbeeld. Deze zomer nam ik mijn kwartierstaat door en googlede ik enkele avonden op internet om deze staat aan te vullen aan de hand van archiefbronnen maar vooral aan de hand van het genealogisch onderzoek van anderen. Al snel kwam ik er achter dat heel veel sites volstrekt dezelfde informatie bevatten en dus dubbelen. De hoeveelheid relevante informatie blijkt dan beduidend minder omvangrijk. Wel is veel informatie veel beter bereikbaar geworden en is het doen van onderzoek daardoor enorm vergemakkelijkt. Maar meer dan tevoren moet je er de weg in weten anders kan het een hopeloze dwaaltocht worden. We moeten ons niet gek laten maken door de overload, maar enerzijds goede wegwijzers bieden om informatie die er in andere vormen altijd al was goed te ontsluiten en anderzijds vooral veel digitaal materiaal vernietigen of desnoods ontoegankelijk maken. De openingslezing leidde voor mij tot interessante gesprekken met enkele Britten die heel geïnteresseerd bleken in de pivotmethode en daarover complimenten maakten. Ik heb hen uitgelegd dat pivot op de helling gaat en dat in de voorgestelde nieuwe systematiek onder meer trends een belangrijke rol zullen spelen. Daar zetten zij grote vraagtekens bij. Selecteren op grond van trends is, zo merkten zij terecht op, immers heel subjectief. Wel waren we het erover eens dat prioritering op grond van trends heel zinnig is, zo kun je snel inspelen op de wens van de klant.

woensdag 22 juni 2011

Hongaars archiefcongres (2)

Gisteravond boeiend gesprek gevoerd met de voorzitter van de Hongaarse vereniging van archivarissen, Arpád Tyekvicska. Hij vroeg mij wat ik vind van de opzet van hun congres, waarbij collega's uit omliggende landen worden uitgenodigd. Ik heb hem gezegd dat heel zinnig te vinden, zo bouw je aan een netwerk dat verder reikt dan je eigen land. Hij vertelde dat hij het jammer vind dat de Duitse beroepsvereniging al een paar jaar geen vertegenwoordiger meer stuurt, terwijl de Hongaarse vereniging hecht aan zoveel mogelijk contact met Centraal- en Oosteuropa. Daarom stelde hij het ook bijzonder op prijs dat de ICA in mijn persoon en daarmee met een vertegewoordiger uit West-Europa, in Balatonfüred aanwezig was. Het is voor de Hongaren net als voor de andere Oosteuropeanen andersom overigens vrijwel onmogelijk om deel te nemen aan internationale archiefcongressen. De kosten daarvan zijn veel te hoog. Niet zo gek als je bedenkt dat de directeur van een regioarchief ("comitat") zo'n 600 Euro verdient, dat is heel wat anders dan het salaris van een daarmee te vergelijken Nederlands rhc-directeur!
Ook Arpád Tyekvicska liet weten dat hij tevreden is met de uitkomsten van het overleg over de archieven van de geheime dienst; mocht het nodig zijn dan doet hij dit najaar een beroep op de ICA en op zusterverenigingen.
Vandaag bezocht ik het stadsarchief van Boedapest. Een heel modern gebouw, opgeleverd in 2004 en een van de weinige met een kunstmatig geklimatiseerd depot. Dat is nu wel een molensteen, liever had men een mengvorm, waarbij de installatie kan worden uitgezet, want het systeem is eigenlijk onbetaalbaar.
Interessant is hoe bij de Hongaren met openbaarheid wordt omgegaan. Archieven uit de communistische periode zijn maar gedeeltelijk openbaar. Wetenschappers krijgen wel toegang, maar moeten daarvoor een schrijven van een universiteit of wetenschappelijk instituut overleggen. Toen ik vroeg waarom dit niet aan de archivaris wordt overgelaten, kreeg ik als antwoord dat men dit na 1989 niet meer wilde. Destijds werd de archivaris gezien als verlengstuk van het communistische systeem, een waakhond over archieven dus en dat moest voortaan afgelopen zijn! Opvallend in het stadsarchief is het aparte loket voor aanvragers van bouwtekeningen. Die wil men gezien de eigen vraagstelling niet op de (stille) studiezaal te woord staan.
Terugblikkend op deze reis realiseer ik me hoe belangrijk de Oosteuropese collega's het contact met de collega's in het Westen vinden. Maar eens zien wat we daaraan kunnen doen!

dinsdag 21 juni 2011

Hongaars archiefcongres (1)

Het is vandaag alweer mijn derde dag in Hongarije, waar ik de International Council on Archives vertegenwoordig bij de viering van het 25 jarig bestaan van de Hongaarse vereniging van archivarissen. Zondag ben ik allervriendelijkst ontvangen door Gabriella Trostovsky, de adjunct-directeur van het Nationaal Archief. Ze leidde mij rond door het prachtige, majestueuze gebouw van haar Archief in Boedapest. In de hal en het trappenhuis wordt de Hongaarse geschiedenis verbeeld en ook andere ruimten ademen een bijzondere sfeer. Hoe mooi ook, het gebouw heeft veel beperkingen. De leeszaal is te klein, zodat regelmatig bezoekers moeten worden weggestuurd. Ook de expositieruimte laate wensen over. De depots zijn niet geklimatiseerd en een aantal werkruimten ligt aan de zonzijde, waar 's zomers eigenlijk niet kan worden gewerkt.
Aan het Hongaarse congres nemen uiteraard Hongaren deel, maar ook archivarissen uit andere Midden- en Oosteuropese landen zijn er te vinden (Polen, Slovaken, Roemenen, Serven, Oekraïeners, Bosniërs, Slovenen en Oostenrijkers). Daaronder zijn ook archivarissen die behoren tot de Hongaarse minderheden in een aantal van die landen. Dat leidt tot onverwachte, boeiende gesprekken over hoe je identiteit te bewaren, over de Groot-Hongaarse gedachte, over de rol van mnderheden binnen de EU.
Bij de Hongaarse collega's heb ik geïnformeerd naar de kwestie van de archieven van de geheime dienst die vernietigd dreigen te worden. Zij vertelden mij dat de dreiging is afgewend. Er heeft overleg plaats gevonden met de regering en de geheime dienst. Daarbij bleek dat de geheime dienst zelf een tegenstander is van vernietiging. In ieder geval is het wachten nu op een wetsvoorstel dit najaar, dat allereerst aan de archiefvereniging zal worden voorgelegd. Verdere buitenlandse actie is wat hun betreft nu niet nodig en ook niet wenselijk.
Vandaag heb ik deelgenomen aan een internationaal forum en het nodige gehoord over de problemen waar onze Oosteuropese collega's mee kampen. Allerbelangrijkst is de economische crisis die tot dramatische daling van budgetten leidt. Het stadsarchief van Budapest moet bijvoorbeeld een zesde deel van de formatie ontslaan. In Slowakije zal er voorlopig geen denken zijn aan een e-depot, simpelweg omdat er geen geld is. Ook is wel heel duidelijk dat lobbyen geen optie is voor onze collega's daar: het aanspreken van politici om zo onheil voor de archieven af te wenden, wordt door de overheden volstrekt niet gewaardeerd. En dat zijn wel de werkgevers.... Ik prijs me dan heel gelukkig met de ruimte die er in Nederland is om voor onze sector op te komen!

dinsdag 7 juni 2011

Internationale Archievendag

Morgen, 9 juni, is het Internationale Archievendag. Dat is voor mij een dag om stil te staan bij ons mooie beroep. Een beroep dat van grote betekenis is voor het behoud van informatie en daarmee voor de democratische rechtsstaat, maar ook voor de kennis van ons verleden. Deze dag biedt ook een goede gelegenheid om aandacht te vragen voor de Universele Verklaring over Archieven. De Nederlandse vertaling daarvan werd gisteren vastgesteld tijdens de KVAN dagen in Leeuwarden en is op de website van de beroepsvereniging te vinden: www.kvan.nl/files/nota/UNIVERSELE_VERKLARING_OVER_ARCHIEVEN_2.pdf.
De Internationale Archievendag is overigens een initiatief van de International Council on Archives en wordt over de hele wereld gevierd. De datum verwijst naar de dag waarop deze organisatie in 1948 werd opgericht (www.ica.org/1561/international-archives-day/celebrate-the-international-archives-day.html).

zondag 29 mei 2011

Arnhem culturele hoofdstad

Deze dagen organiseert de gemeente Arnhem cultuurdebatten ter voorbereiding op de kadernota cultuur die dit najaar wordt uitgebracht. Afgelopen woensdag nam ik deel aan het debat over Arnhem, culturele hoofdstad van het Oosten. Ik denk dat het heel nuttig is om je als culturele hoofdstad te profileren en een aanbod neer te zetten dat mensen naar je stad trekt. Dat is voor de ontwikkeling van de stad interessant. Tegelijkertijd moet je wèl bedenken dat je allereerst culturele stad moet zijn voor je eigen inwoners, de Arnhemmers. Zij zijn ons belangrijkste publiek. Dat geldt ook voor het Gelders Archief. Natuurlijk, we werken niet alleen voor de stad. Maar een belangrijk gedeelte van onze archieven heeft betrekking op Arnhem en met die archieven kunnen Arnhemse ontwikkelingen in historisch perspectief worden geplaatst en leveren we bouwstenen voor de Arnhemse identiteit.

Inleider Alex van Hooff (Burgers' Zoo) pleitte voor een duidelijke focus. In de wereld van het natuurbehoud wordt gekozen voor een focus op het beschermen van een aansprekende diersoort (flagshipspecies), als je diens leefgebied beschermt, dan komt dat veel andere soorten ten goede. Zo moet je dat ook in de culturele sector doen. Arnhem moet wat hem betreft voor mode kiezen. In zijn kielzog neemt zo'n thema dan de hele sector mee. De zaal steunde zijn enthousiaste pleidooi en ook ik ben het daarmee eens. Het thema mode is overigens voor het Gelders Archief heel interessant: het kan een extra stimulans betekenen voor het uitbouwen van ons Modekern initiatief.

In de Uitgangspuntenbrief voor de gemeentelijke kadernota komt het woord erfgoed helemaal niet voor. Dat moet in de kadernota echt anders. Deelname aan het debat bood mij een eerste mogelijkheid om het belang van het erfgoed te benadrukken. Maar dat is natuurlijk niet genoeg. Ook via andere kanalen zoals het Cultuur Netwerk Arnhem wil ik pleiten voor aandacht voor het erfgoed.

dinsdag 24 mei 2011

Middeleeuwen

Gisteren was ik in Groningen aanwezig bij het afscheidscollege van Dick de Boer, hoogleraar middeleeuwse geschiedenis. Hij hield in rap tempo een boeiend college, waarin hij als vanouds zijn gehoor enthousiasmeerde voor de Middeleeuwen. Ondertussen dwaalden mijn gedachten af naar de jaren zeventig, toen ik in Leiden van hem en van professor Huub Jansen college kreeg. Beiden wisten hun fascinatie uitstekend op hun studenten over te brengen. Ik herinner me nog goed hoe Jansen met ons in het Leidse gemeentearchief middeleeuwse bronnen doornam en ons vervolgens meenam door de Leidse stegen en straten om de middeleeuwen daar aan ons oog voorbij te laten trekken. Geen wonder dat de Leidse studiezaal toen bevolkt werd door studenten en er veel studies over de Leidse geschiedenis verschenen, waaronder verschillende proefschriften. Zelf promoveerde ik in 1988 bij Wim Blockmans en Dick de Boer op de geschiedenis van het middeleeuwse Leidse patriciaat.
Alle aandacht dus voor middeleeuwse lokale geschiedenis. Het zou heel mooi zijn als die aandacht bij de universiteiten terugkeerde. Maar ik geef toe dat dit ook een inspanning van ons archivarissen vraagt. Studenten moeten een beroep op ons kunnen doen als het gaat om kennis van de middeleeuwse bronnen in onze archieven. Dat is lastig in een tijd van krimp, waarin we ons werk noodgedwongen moeten beperken tot de kern. Maar geïnspireerd door Dick de Boer, wil ik toch overdenken hoe we daar bij het Gelders Archief gestalte aan kunnen geven. In zijn dankwoord memoreerde hij aan zijn stelregel, dat als iets niet kan, je het gewoon op een andere manier moet proberen. Dick, dank je wel!

donderdag 19 mei 2011

Modekern Arnhem

Vandaag is Modekern Arnhem van start gegaan, bedoeld om archieven van modeontwerpers veilig te stellen. Het is een initiatief van hogeschool ArtEz, Museum Moderne Kunst, het Gelders Archief en vormgevingsinstituut Premsela.

Het Gelders Archief zal hoogstwaarschijnlijk in september de eerste modearchieven opnemen, afkomstig van de ontwerpers Alexander van Slobbe, Spijkers en Spijkers en Piet Paris. Natuurlijk is ons initiatief mooi voor Arnhem, dat zich zo verder kan profileren als modestad, maar het belang is natuurlijk nog veel breder. Tot op dit moment was er geen vangnet voor Nederlandse modearchieven, maar met de Modekern zijn we op de goede weg. Ik verwacht op termijn ook landelijke steun voor ons Arnhemse initiatief. Dat sluit immers naadloos aan op het landelijke archiefbeleid dat momenteel wordt ontwikkeld en waarin voor particuliere archieven een belangrijke plaats wordt ingeruimd. Bijzonder aan ons Arnhemse initiatief vind ik het samenwerkingsverband. Een Archief verwerft wel vaker archieven rond een bepaald thema, zo vormen in Gelderland huis- en familiearchieven een belangrijk fonds. Maar het aardige van Modekern Arnhem is dat de archieven die worden verworven, ook direct onderwerp van onderzoek zullen zijn, daar zorgt lector José Teunissen van ArtEz met haar studenten voor. Bovendien zullen regelmatig ontwerpen maar ook de mode zelf geëxposeerd worden in het Museum. Meestal gaat dat anders, we verwerven een interessant archief, maken daar melding van in de pers en bergen het op, in afwachting van mogelijke belangstelling in de toekomst. Ik heb hooguit nog één probleem: hoewel ik mode zeker kan waarderen, heb ik er niet echt verstand van. Misschien toch maar eens een modeshow bezoeken... De Modebiënnale volgende maand biedt daarvoor zeker aanknopingspunten!
Voor meer informatie zie de website van het Gelders Archief.

woensdag 11 mei 2011

Bezuinigingsvoorstellen Raad voor Cultuur

Vanavond voor het eerst de bezuinigingsvoorstellen van de Raad voor Cultuur goed doorgenomen. Triest dat daarin Erfgoed Nederland gaat sneuvelen. Ik geef toe, in het archiefveld biedt dit instituut maar ten dele waar we behoefte aan hebben, maar als het om bijvoorbeeld erfgoededucatie gaat en om het verbinden van partijen in het erfgoedveld, dan heeft Erfgoed Nederland daarin weldegelijk een rol. Ook zorgt het instituut voor verbindingen boven de sectoren uit. Zo werd dankzij Erfgoed Nederland ook het erfgoedveld betrokken bij het ontwikkelen van de Code Culturele Diversiteit. Onzinnige gedachte dat met BRAIN een sectorinstituut voor de archiefwereld niet meer nodig is. Integendeel: graag krijg ik een nieuw instituut terug zoals de bibliotheken dat kennen, gericht op innovatie en bundeling van krachten, maar dan wel verbreed tot alle terreinen van ons werkveld. Ik hecht grote waarde aan BRAIN, maar een sectorinstituut is echt iets anders als onze branchevereniging, die het moet hebben van directeuren en medewerkers die zich op vrijwillige basis inzetten.

In de sectoranalyse Archieven wordt de toekomst van onze sector aardig neergezet. Mooi om hier te lezen hoe de samenwerking in archiefland anno 2020 dan toch eindelijk echt is gerealiseerd en dat het records continuum niet alleen maar concept maar volledige dagelijkse praktijk zal zijn. Mooi ook te constateren dat de Raad een grote toekomst voor ons vak ziet weggelegd, ik citeer: "De professional in het archiefwezen staat in hoog aanzien". ook schrijft de Raad dat wij in 2020 degenen zijn die ervoor zorgen dat de door ons "beheerde informatie betrouwbaar, vindbaar en duurzaam is". Terecht gaat de Raad in op het belang van goed archiefonderwijs en op de bedreigingen die daar op de loer liggen nu een tweede studie binnenkort niet meer op studiefinanciering kan rekenen.
Bij het Nationaal Archief als reddingsboei tegen de versnippering van het veld heb ik grote vraagtekens. Die versnippering heeft in belangrijke mate te maken met de wil van overheden om echt samen te werken, de sector zelf is immers allang overtuigd dat de krachten gebundeld moeten worden. Tenslotte noteert de Raad: "Anders dan bij de bibliotheken is in de Archiefsector nog onvoldoende sprake van innovatief vermogen"". Dat is niet zoals ik het zie: Innovatief vermogen volop, maar middelen te weinig.
Al met al voldoende stof voor discussie in de wandelgangen tijdens de komende KVAN dagen!

donderdag 21 april 2011

Code Culturele Diversiteit

Vanmiddag was ik in Amsterdam aanwezig bij de presentatie van de Code Culturele Diversiteit. Die is in opdracht van toenmalig minister Plasterk vorig jaar ontwikkeld door de hele breedte van het culturele veld, van podiumkunsten tot erfgoed. Ik nam daar vanuit de archiefsector aan deel. De Code is een gedragscode voor instellingen en bevat ambities en doelstellingen op het gebied van culturele diversiteit. De Code richt zich op programmering, publieksbereik, samenwerkingspartners en personeelsbeleid.
Staatssecretaris Halbe Zijlstra was uitgenodigd om de Code in ontvangst te nemen. Hij bedankte voor de eer. Anders dan zijn voorganger ziet hij de Code niet als een zaak van de overheid, maar als iets voor de culturele sector. Hij stelt dan ook geen middelen beschikbaar voor de implementatie van de Code. Spijtig dat hij niet naar Amsterdam kwam om dit zelf te vertellen. De Code werd nu overhandigd aan Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de SER. Hij is bijzonder ingenomen met de Code. Letterlijk zei hij: "diversiteit is een vreugdevol gegeven" dat verrijking brengt en creativiteit. Voor hem is culturele diversiteit een kans, geen bedreiging. Wat hem betreft wordt het volgen van de Code een deel van wat hij noemde de "license to operate".
Dagvoorzitter Guilly Koster riep op om ondanks politieke tegenwind de rug recht te houden en met de Code aan de slag te gaan. Hij eindigde met een citaat uit een lied van de Dijk: "Maar wij zijn er ook nog". En zo is het. Als de wil er is, is er een weg!
Om de Code te downloaden, ga je naar Code Culturele Diversiteit.

dinsdag 19 april 2011

Samenwerking en schaalvergroting

Vandaag en gisteren deelgenomen aan een tweedaagse conferentie van de branchevereniging van Archiefdiensten BRAIN. Uit de beraadslagingen blijkt zonneklaar dat we willen samenwerken en dat we openstaan voor schaalvergroting. De urgentie daartoe voelen we goed. Al heel lang weten we allemaal dat met name het e-depot er niet komt als we de handen niet ineen slaan. Lastig is alleen hoe je die schaalvergroting goed organiseert. We hebben in het archiefveld te maken met vier overheidslagen: Rijk, provincie, gemeente en waterschap. Krijg die maar eens allemaal op één lijn. Bovendien kun je nog heftig discussiëren over de kwestie of alle archivistische functies wel binnen één dienst moeten blijven en of je als archivaris toe wilt naar verantwoordelijkheid voor het hele records continuum of dat je je terugtrekt op onze erfgoedfunctie.
Tijdens deze dagen hield Erno de Groot, algemeen directeur van Bibliotheken Eemland, een indrukwekkend pleidooi voor schaalvergroting. Hij heeft daarmee in het Utrechtse uitstekende ervaringen opgedaan. Verschil met onze sector is alleen, dat dáár bestuurlijke druk werd uitgeoefend (schaalvergroting of voortaan geen subsidie meer) en er bovendien enorme potten innovatiegeld beschikbaar waren. Dan komt er iets tot stand!!
Maar er is op korte termijn zeker al het een en ander mogelijk. Dan denk ik aan het realiseren van kopersmacht richting aanbieders van archiefapplicaties en al wat daar bij hoort, maar ook aan collectieve promotie. Er wordt door BRAIN een prachtige merknaam voorgesteld: DNA, De Nederlandse Archieven. Daar wil ik mij met het Gelders Archief graag achter scharen. Niet zozeer om daarmee onze eigen instelling te promoten, maar wèl om de content die we te bieden hebben en de waarden waar we voor staan beter over het voetlicht te brengen.

zondag 17 april 2011

Genealogie op het web

In de jaren tachtig deed ik onderzoek naar Leidse elite families in de middeleeuwen om zo een databank op te bouwen voor mijn proefschrift over het Leidse patriciaat. Aardig was dat onder die middeleeuwse elite ook een riddermatig geslacht Van der Spek voorkwam: dat is nu net de familienaam van mijn vrouw. Ik heb in 1984 dan ook een genealogie opgesteld van dat geslacht en die gepubliceerd in het tijdschrift Ons Voorgeslacht. Ik had genoeg bewijzen voor de opstelling van de middeleeuwse familie. De aansluiting van mijn vrouw op deze middeleeuwers was om allerlei redenen zeker, maar hoe die er exact uitzag, bleef hypothetisch. Omdat ik mijn hypothese toch in de genealogische opstelling opnam, ging die een eigen leven leiden. Zolang we in het papieren tijdperk leefden, was dat nog niet zo opvallend. In de opstelling van genealogen werd deze afstamming gewoon opgenomen en uitgewerkt op papier en later steeds vaker opgeslagen in tekst- en databestanden op een lokale computer. Anders werd het toen al die afstammingsreeksen en kwartierstaten op het internet gingen verschijnen. Ik zie nu de fouten in mijn artikel van destijds keer op keer op het web terug. Aan de ene kant bieden de moderne technieken de mogelijkheid om voortdurend teksten bij te stellen, aan de andere kant, eenmaal gepubliceerd lever je jouw materiaal over aan het wereldwijde web en gaat informatie voor altijd een eigen leven leiden.
Als archivaris vind ik dat ik genealogen er op moet wijzen, dat een goede genealogie niet zonder een kritische beschouwing kan van de gegevens die je van anderen overneemt. Dat doe ik nu al in persoonlijke contacten. Maar dat zou ook op het web kunnen natuurlijk; vraag is alleen, valt dat waar te maken?

woensdag 13 april 2011

Youtube en archieven

Youtube is een mooi medium. In combinatie met Facebook gebruik ik het al langer om vrienden en familie te attenderen op mooie muziek en interessante beelden. Met het programma Free Studio van Dvdvideosoft zijn bestanden bovendien tot mp3 te converteren en via mijn Ipod af te luisteren.
Ik heb me nog verre gehouden van het uploaden van video: mijn privé filmbestanden zijn voor een kleine kring bestemd, niet voor het world wide web!
Voor het Gelders Archief zie ik verschillende mogelijkheden, maar dan vooral in de promotionele sfeer. Toegankelijk maken van onze filmbestanden via Youtube is onbegonnen werk. Per keer kun je maar tien bestanden uploaden, die mogen niet groter zijn dan 2 GB en niet langer duren dan 15 minuten. Maar heel zinnig is het natuurlijk om enkele videobestanden te plaatsen en langs die route reclame te maken voor de beelden die wij beheren en die via onze site bekeken kunnen worden. Ook kunnen we activiteiten van het Gelders Archief langs deze weg bekend maken. Nog dit jaar start de bouw van ons nieuwe pand aan de Westervoortsedijk, ik stel me voor dat we regelmatig met een camera langs gaan en daarna ... uploaden!
Triest is het dat er mensen zijn die denken dat Youtube als filmarchief kan dienen. Ik kwam bijvoorbeeld een bericht tegen waarin iemand informeerde hoe hij in contact met Youtube zou kunnen komen. Hij had zijn originele familiefilms vernietigd in de overtuiging dat Youtube die wel voor hem zou bewaren... Nee dus!
Tenslotte, interessant is is de tool ContextMiner. Die maakt het mogelijk om de geschiedenis van een Youtube video te herleiden tot de eerste, oorspronkelijke upload.

zondag 27 maart 2011

Archieven in Israël (4)

Vlieg in de namiddag van Ben Gurion terug naar Nederland. Als ik de balans op maak, dan bedenk ik dat we goede vergaderdagen hebben gehad en voortgang hebben geboekt, zeker als je bedenkt dat je binnen het SPA bestuur te maken hebt met aanzienlijke cultuurverschillen.
Gisteren brachten we een uitgebreid bezoek aan de Ben Gurion Archives. Dit instituut bevindt zich in Sde Boker, de kibboets waar David Ben Gurion zijn laatste jaren doorgebracht. Ons was verteld dat daar het persoonlijk archief van deze belangrijke Israëlische politicus is ondergebracht. Maar de werkelijkheid is anders. Deze instelling draagt de naam "archives" ten onrechte. Alle stukken die er worden bewaard, zijn fotokopieën. Het grootste gedeelte wordt ingenomen door kopieën van Ben Gurions persoonlijk archief, de originelen daarvan bevinden zich in het archief van het Ministerie van Defensie. Daaraan zijn stukken toegevoegd uit andere archieven (bijvoorbeeld kopieën van de notulen van de ministerraad waar hij bij aanwezig was). Bij Gurions correspondentie zijn brieven ondergebracht uit andere bronnen en alles is vervolgens chronologisch geordend (respect des fonds!? - alhoewel het is geen archief! -). Vrijwel alle stukken zijn gedigitaliseerd en komen online beschikbaar. Het verzamelen gaat overigens nog steeds door.
Mijn voorstel zou zijn, koppel deze scans aan de originele bronnen en vernietig de kopieën. Maar die worden in Sde Boker gekoesterd, als een soort "papieren monument", dat zich dichtbij het graf van de stichter van Israël bevindt en niet ver van diens woonhuis, dat nog in de oorspronkelijke staat is gelaten.
Israëlische collega's beklagen zich terecht over de gelden die naar deze "Archives" gaan. Zij hadden liever gezien dat de originelen werden gescand binnen de oorspronkelijke context.

Yad Vashem, Ben Gurion Archives, de relatie tussen Joodse en Arabische archivarissen, de uitwisseling met collega's binnen SPA -/ICA: genoeg stof tot nadenken!

vrijdag 25 maart 2011

Archieven in Israël (3)

Gisteren bezochten we met het SPA bestuur Yad Vashem en het Gemeentearchief van Jeruzalem. Yad Vashem heeft als beleid om alle bronnen met betrekking tot de Holocaust te verzamelen in kopie of origineel. Die worden op dit moment gedigitaliseerd en gaandeweg online gepresenteerd. Dat betekent een enorme investering, maar dankzij een forse overheidsbijdrage en donaties uit binnen- en buitenland is dat geen probleem. Ook aan personeel is er met 170 formatieplaatsen geen gebrek. De online presentatie van bronmateriaal ziet er mooi uit. Bijzonder is de geautomatiseerde combinatie van gegevens. Kampregistraties, bevolkingsregisters, paspoortgegevens enzovoorts worden zonder tussenkomst van mensenhanden gerelateerd. Zo zijn inmiddels enorme aantallen Joodse slachtoffers aan de vergetelheid ontrukt en dankzij foto's zelfs in beeld gebracht. Ook hier geldt: aan geld geen gebrek!
Tijdens ons bezoek nam de directeur ons mee naar geklimatiseerde depots, die de vergelijking met Nederland goed kunnen doorstaan. Hij liet ons daar de kampregistratie van Mauthausen zien. Die is in handen van Yad Vashem gekomen via familie van een Britse militair die deze destijds uit het kamp meenam. Het instituut stelt zich op het standpunt dat dit materiaal in Israël op zijn plaats is, maar daar heb ik grote vraagtekens bij. Het is immers gewoon een onderdeel van het archief van Mauthausen! Ook in Nederland onderneemt Yad Vashem kopieeractiviteiten. De directeur beklaagde zich dat hij bij ons stuit op wetgeving die hem dit onmogelijk maakt. Overal in Europa kan hij stukken laten digitaliseren en die aan zijn website presentatie toevoegen, behalve in ons land. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer maakt hem dit onmogelijk. Hij stelde dat hij eerst moet bewijzen dat Joden zijn omgekomen, dan pas gaat de deur voor hem open. Wat hem betreft moet ook in Nederland wetgeving wijken als de Holocaust aan de orde is. Ik heb hem toegezegd om hierop terug te komen, alhoewel onze wetgeving er niet voor niets is! Eerst maar even zijn gedetailleerde informatie afwachten.
In Yad Vashem bezochten wij ook het museum van de Holocaust. Heel indrukwekkend, maar het is wel erg gericht op het cultiveren van schuldgevoel, terwijl het heden om een andere houding vraagt. De Tweede Wereldoorlog bracht onbeschrijfelijk leed, maar Israël anno 2011 moet wel verder. Zonder onderlinge tolerantie en afstand nemen van eigen gelijk, komt er nooit een oplossing voor de Palestijnse kwestie. Maar zoals ik uit de Jeruzalem Post kan opmaken, is dat wel een heel Europees en uit Israëlische optiek onjuist standpunt!
Gistermiddag werden we ontvangen door de gemeentearchivaris van Jeruzalem, een bevlogen collega! Hij staat er wel heel anders voor dan Yad Vashem: twee personeelsleden, beperkt budget en een depot dat daar nauwelijks voor kan doorgaan. Toch beheert hij ruim 20 km1 archief en is bovendien verantwoordelijk voor de vele geschenken die het stadsbestuur ontvangt van bezoekende prominenten. Het archief bevat interessante stukken. De oudste bron is een lijst van degenen die op de Olijfberg zijn begraven. Die gaat terug tot de achttiende eeuw en is geschreven in de Sefardische variant van het Hebreeuws. Dankzij een deskundige vrijwilliger wordt deze bron nu ontcijferd. Uit de Turkse tijd zijn vrijwel geen bronnen in Jeruzalem voorhanden. Die zijn over het algemeen naar Istanbul overgebracht. Dat betekent dat wie de geschiedenis van de stad wil onderzoeken, maar heel beperkt in het stadsarchief terecht kan en bovendien over kennis van de Turkse taal moet beschikken.
Vandaag was het hier in Israël weekend, dat betekende voor ons onder meer een bezoek aan Massada. Morgen ontmoeten we de directeur van het Ben Goerion archief en herinneringscentrum, daarna zit mijn Israël reis er op.

woensdag 23 maart 2011

Archieven in Israël (2)

Vandaag onze derde vergaderdag met de Section on Professional Associations van de ICA. De laatste voorbereidingen zijn nu getroffen voor een internationaal congres dat SPA organiseert met de Brits-Ierse vereniging van archivarissen ARA in Edinburgh op het einde van de zomer. Programma ziet er goed uit, met sprekers die onze wereldwijde achterban representeren. Verder is de Universal Declaration on Archives aan de orde geweest. Die is voorgelegd aan UNESCO en zal daar waarschijnlijk in de herfst formeel worden aangenomen. Tijdens deze vergaderdagen realiseer ik me regelmatig hoe lastig het is dat we nu eenmaal niet allemaal dezelfde taal spreken, met als gevolg dat teksten nogal eens verkeerd worden geïnterpreteerd!
Gisteravond een boeiend bezoek gebracht aan Zikhron Ja'akov, beneden Haifa. Dit staat bekend als een van de eerste Joodse nederzettingen van de negentiende eeuw. Het museum in die stad vertelt op een eenvoudige maar boeiende wijze de immigratie van de Joden naar deze plaats. Museum en gemeentearchief werken nauw samen om de namen van de immigranten te achterhalen en deze mensen waar mogelijk met foto's een gezicht te geven. Jammer voor de vrouwen, maar op de meeste oude foto's is destijds alleen de naam van de man genoteerd met de toevoeging "met zijn vrouw". Omdat de registratie in die tijd onvolledig is, zijn sommige echtgenotes dus alleen als geportretteerde bekend!
Onder de lunch zijn we ontvangen in het gemeentearchief van Haifa. Dat steekt wel heel triest af bij de Nederlandse archieven. Kantoor en studiezaal zijn in een slecht onderhouden gebouw ondergebracht, met een plat dak, dat tot onwerkbare temperaturen kan leiden. Op enige afstand staat het depot, zonder klimaat en met een deur die direct toegang geeft tot de buitenlucht. Voor het bestrijden van brand is een sprinklerinstallatie aangelegd die door een medewerker zelf moet worden ingeschakeld. Ik heb maar niet verteld dat we in Arnhem voor miljoenen een nieuw pand gaan bouwen...
De werkdag heb ik beëindigd met gemengde gevoelens, na het bericht over de bomaanslag in Jeruzalem. Onze Israëlische collega was ontdaan, na drie tot vier jaar nu opnieuw een aanslag, dat is echt iets anders dan de beschietingen vanuit de Gazastrook. Morgen gaan we naar de plek van het onheil, Jeruzalem, voor een bezoek aan het stadsarchief. Onwerkelijk gevoel, straks rond te wandelen in een opnieuw onveilige stad!

maandag 21 maart 2011

Archieven in Israël

Sinds het weekend verblijf ik in Haifa, Israël, voor een vergadering van SPA, de sectie voor beroepsverenigingen van de International Council on Archives. In het programma zijn ook ontmoetingen met Israëlische collega's opgenomen. Zo bezochten we gisteren de Golan hoogvlakte. Daar spraken we met de archivaris die het archief- en documentatiecentrum voor de Golan leidt. Zij beheert de archieven van de regio Golan, maar ook die van de gemeenten die zich binnen dit gebied bevinden. Bovendien is het archief van de op de hoogvlakte gelegen kibboets daar onder gebracht. Dat is overigens een particulier archief: de kibboets is een coöperatie en kan in principe vrij over zijn archieven beschikken. Het was trouwens een vreemde gewaarwording om ons gesprek te voeren in een restaurant van waar je uitkijkt over de gedemilitariseerde zone tussen Israël en Syrië en in de verte de berg Hermon met de Libanese grens ziet. Op de terugweg van de Golan passeerden we de noordelijkste stad van Israël, Kiryat Shmona. De archieven daar zijn bijzonder waardevol, zij documenteren de geschiedenis van deze stad, die heftige momenten kent: in de afgelopen jaren werden immers regelmatig raketten op deze stad afgevuurd door Hezbollah. De Israëlische collega's zijn dan ook terecht ontevreden over de plaats waar deze archieven worden bewaard, een oud schoolgebouw. Dit lag in het recente verleden regelmatig in de gevarenzone.
De contacten verliepen overigens niet altijd soepel. De gemeentearchivaris van Shefar'am bijvoorbeeld, een Arabische gemeente in de omgeving van Haifa, sprak vrijwel geen Engels. Juist met hem had ik langer willen doorpraten, vooral omdat een Joodse collega uit Haifa aangaf dat zij nooit in diens dorp zou kunnen wonen omdat Arabische christenen en moslims een heel ander leven dan Joden. Ik had graag vernomen of hij er ook zo over denkt! Morgen brengen we een bezoek aan het gemeentearchief van Haifa, dat wordt geleid door Michal Henkin, lid van het bestuur van SPA, en gastvrouw voor deze SPA-vergadering. Ik ben benieuwd naar het reilen en zeilen van dit archief in Israëls derde stad (ruim 200.000 inwoners).

maandag 7 maart 2011

Archiefvisie OCW

Vandaag als KVAN-voorzitter deelgenomen aan de klankbordgroep archiefvisie die het ministerie van OCW in het leven heeft geroepen om stemmen uit het veld te horen bij de voorbereiding van de visie die de staatssecretaris later dit jaar zal uitbrengen. Eenvoudige toegang tot informatie en duurzaam behoud van digitale informatie zullen belangrijke thema's zijn in deze visie. Lastig is, dat de staatssecretaris, hoewel verantwoordelijk voor het bestel, als het om concrete zaken gaat voor het Rijk wèl een positie kan innemen, maar verder te maken heeft met de bestuurslagen provincie en gemeente (en daarnaast nog met de waterschappen). Spreken over gemeenschappelijke toegang en eenheid in architectuur (inclusief een gezamenlijk e-depot!) wordt dan al weer lastig te verwezenlijken, zeker als er op het ministerie geen stimuleringsgelden beschikbaar zijn. Hoewel de wil tot samenwerking bij Rijk, provincie en gemeente als een groot goed wordt beschouwd, prevaleert tenslotte toch ieders autonomie. Dat levert direct problemen voor de archivaris op: Voor we het weten krijgen we het beheer over archieven die ieder om eigen e-depots vragen. Terwijl de klant niets liever ziet dan één, eenvoudig loket. Maar goed, de visie is nog niet gereed en VNG en IPO hebben zich nog niet definitief uitgesproken!
Als KVAN-voorzitter heb ik natuurlijk gewezen op het belang van het beroepsregister en de steun die we daarvoor van het ministerie verwachten: archivaris en records manager zijn de belangrijke spelers in de wereld van archief en informatie.

maandag 28 februari 2011

Geboorteplaats

Net terug van een weekje skiën pak ik de blogdraad weer op!
Dit weekend was in het nieuws dat ouders het onterecht vinden als op de geboorteakte van hun kind een andere plaats prijkt dan de plek waar zij zelf al vele jaren wonen en aan verknocht zijn. Ik geef toe dat mijn zoon heel tevreden is met zijn geboorte in een Haags ziekenhuis, daarmee kwam Den Haag, de plek waar hij ook zijn eerste levensjaar door bracht, in zijn paspoort. Dat past helemaal bij zijn gevoel Hagenaar te zijn. Maar als we destijds in een ziekenhuis in de regio terecht waren gekomen, dan was hij toch echt een Hagenaar geweest geboren in Voorburg of Leidschendam. Ik vind het te ver gaan om de ouders zelf te laten kiezen wat de geboorteplaats van hun kind moet zijn. Waar je ook geboren wordt, van die plek hangt toch niet af of je je een Arnhemmer voelt, Utrechter of Amsterdammer! Laten we er voor waken om werkelijkheid en wenselijkheid door elkaar te gooien. Het einde is immers zoek.
Hoewel: ik heb iets met  Parijs, zou aardig staan in mijn paspoort...
En... misschien een nieuwe tak van sport voor genealogen: hoe kom ik er nu achter waar iemand ècht het levenslicht zag...

zondag 13 februari 2011

Afrikaanse en Latijnsamerikaanse archieven

Het IISG heeft een regiokantoor geopend in Addis Abeba met de bedoeling om archieven van Afrikaanse oppositiegroepen en andere sociale bewegingen te behouden. Uit de krant maakte ik op dat de bronnen die het IISG zo wil verwerven, naar Amsterdam zouden worden overgebracht, maar daarvan is gelukkig geen sprake. Ontsluiten en beschikbaar stellen gaan in Addis Abeba gebeuren. Ook in Latijns-Amerika komt zo'n regiokantoor. In Mexico maakte ik een paar jaar geleden iets heel anders mee. Noordamerikaanse universiteiten met onderzoeksinstituten op het gebied van de mensenrechten gingen langs in o.m. Mexico Ciudad om archieven te verwerven die op hun onderwerp betrekking hadden. Zo verdwenen en verdwijnen archieven van het continent en verliezen mensen de greep op de bronnen van hun eigen geschiedenis. Het Afrikaanse initiatief van het IISG zit zo gelukkig niet in elkaar, de verzamelde bronnen zullen op het eigen continent worden bewaard. Ook dan zou het heel mooi zijn als ooit, op de lange termijn, de archieven terugkeren naar de landen waar ze eigenlijk thuis horen. Maar voorlopig is veilig stellen het belangrijkste en dus juich ik de komst van de IISG regiokantoren toe.

vrijdag 11 februari 2011

Archieven en studenten

Vanmiddag nam ik met collega Peter Wouters deel aan een "Geschiedenisbeurs" georganiseerd door de Radboud Universiteit in Nijmegen. De beurs gaf erfgoedinstellingen de gelegenheid in contact te komen met studenten en docenten. Het was een nuttige bijeenkomst, die hopelijk leidt tot de komst van studenten naar het Gelders Archief voor onderzoek en stage. De laatste jaren waren er weinig contacten tussen de Radboud en het Archief, dat is nu gelukkig aan het veranderen. Lastig is wel dat kennis van het oud schrift niet meer tot de standaardbagage van geschiedenisstudenten behoort. Dat betekent dat veel van onze prachtige schatten voor hen ontoegankelijk zijn. Natuurlijk kunnen wij daar een rol in spelen, maar het moet niet zo zijn dat wat de universiteiten laten liggen door ons wordt opgelost. Het geven van paleografie zou op zijn minst een samenwerkingsproject moeten zijn. Maar goed, de contacten zijn in ieder geval vandaag verstevigd. Nu de daadwerkelijke komst van studenten nog, dan ben ik echt tevreden!

donderdag 10 februari 2011

Klantvriendelijkheid

De medewerkers van het Gelders Archief doen er werkelijk alles aan om bezoekers in de studiezaal, maar ook virtueel, van dienst te zijn. Daarbij stuiten ze op grenzen. Die grenzen worden bij ons vaak gevormd door het ontbreken van een toegang op een archief. Ons publiek wil gewoon bij alle informatie kunnen, maar als archieven niet bewerkt zijn en een omvang hebben van méér dan 1 meter, dan is het gewoon ondoenlijk om voor bezoekers in bergen papier te gaan zoeken naar naalden in hooibergen. Bovendien: steeds opnieuw moeite doen voor een individuele bezoeker leidt uiteindelijk tot vertraging bij archiefbewerkingsprojecten en indirect tot nadeel voor anderen.
Ook kunnen we bezoekers niet zelf in ongeordend archief laten spitten. Mogelijk toch bestaande ordening wordt zo verstoord, de materiële staat is mogelijk slecht, maar daarvan weten we nog niets, en ook is het dan tamelijk eenvoudig om stukken te vervreemden: we zullen nooit weten wat is meegenomen.
Heel vervelend als klanten bij zulke situaties gaan klagen en archiefmedewerkers van ambtelijke starheid betichten... Als oplossing kan misschien dienen het aan een bezoeker aanbieden van een onbewerkt archief met de afspraak dat de bezoeker dit archief van een plaatsingslijst voorziet alvorens er zelf gebruik van te maken. Vervolgens is er dan een vorm van toegang, ook voor bezoekers na hem of haar.

woensdag 9 februari 2011

Manifest Cultuur Netwerk Arnhem

Vanmiddag heeft het net opgerichte Cultuur Netwerk Arnhem zijn Manifest, "Kunst en Cultuur is Meer" aangeboden aan wethouder Michiel van Wessem van Cultuur. Mooi initaitef, en nuttig om als Gelders Archief bij dit netwerk aangesloten te zijn. Ik heb dit eigenlijk de afgelopen jaren gemist. Er waren in de stad hooguit wat losse verbanden in de erfgoedsector, maar de hele breedte van de cultuur trof elkaar nauwelijks.
Als deelnemer in het Arnhemse netwerk praten we mee over het belang van cultuur voor de stad en proberen we gezamenlijk invloed uit te oefenen op de politiek. Het gaat daarbij om kunst, cultuur en erfgoed als geheel, niet om de individuele belangen van instellingen. Nu gaat het nog om de bezuinigingsproblematiek, maar straks hoop ik dat de contacten ook leiden tot interessante en onvermoede cross-overs tussen onze instelling en andere. Zie ook: Manifest Cultuur Netwerk Arnhem

maandag 7 februari 2011

Ervaringen

Met de mogelijkheden van Google heb ik twee jaren geleden voor het eerst kennis gemaakt toen we binnen het KVAN bestuur samen aan documenten wilden werken. Later kwam daar het up- en downloaden van foto's bij.
Facebook gebruik ik inmiddels anderhalf jaar. Mijn kinderen waren daar al langer actief en het bleek dat door op facebook actief te zijn, ik veel beter op de hoogte raakte van hun reilen en zeilen. Inmiddels vind ik het ook een prima medium om interessante informatie, trailers van films en muziek op youtube te delen.
Als ik boeken online aanschaf, dan maak ik al gebruik van de mogelijkheid om commentaar te plaatsen.
Op discussiefora ben ik incidenteel actief. Maar ik vind het heel lastig om in alle drukte van vergaderen enz. tijd te vinden om daar een regelmatige inbreng te geven. Van de andere kant: ik ben over het algemeen voor half acht op kantoor en raadpleeg dan mijn email. Ik moet me maar gewoon eigen gaan maken om dan ook naar fora te gaan. Ook een goed moment trouwens voor twitteren en bloggen!

Vandaag begonnen!

Vanmorgen bij het Gelders Archief begonnen met 23 archiefdingen. Dat betekent nieuwe dingen doen, oude dingen in een nieuw jasje oppakken en in de context van 23 archiefdingen doorgaan met bijvoorbeeld actief zijn op facebook zoals ik al geruime tijd doe. Ik ben allang gewend aan het verzenden van soms uitgebreide berichten naar collega's in binnen- en buitenland, maar dan is de keuze heel duidelijk. Het bericht is bedoeld voor de mensen aan wie ik het stuur. Met een blog is dat toch iets anders, de kring van lezers zal groter zijn/worden. Al in een ver verleden, jaren negentig, schreef ik columns, maar die teksten herlas je een aantal malen voor je publiceerde. Dat kan met een blog natuurlijk ook, maar dit medium heeft toch iets in zich van snel, actueel, vlot reageren. Toch vind ik dat ik als directeur van het Gelders Archief met wel overwogen meningen en visies moet komen. Strategie en diplomatie zijn in  het werk sleutelwoorden. En soms moet je helemaal niet virtueel gaan... Denk maar aan wikileaks!