Donderdag en vrijdag (24-25 mei) nam ik deel aan een jaarlijks terugkerend symposium van Luxemburgse, Duitse, Belgische en Nederlandse archivarissen, dit keer in Luxemburg Stad en met als thema grensoverschrijdende migratie en archieven. Het was een nuttige bijeenkomst. De lezingen vond ik niet alle interessant, maar zoals dat zo vaak gaat, de gesprekken in de wandelgangen waren des te boeiender.
Aardig vond ik hoe de Luxemburger Denis Scuto in ging op de bronnen die je gebruikt voor migratieonderzoek. Als je aan de hand van die bronnen een individuele migrant een identiteit wilt geven, dan wordt die identiteit eigenlijk volledig bepaald door de bron of bronnen die beschikbaar zijn. Minstens zo bepalend daarbij is de hand van de beambte die op formulieren aantekeningen over een migrant maakte. We zien de migrant door de ogen van de toenmalige administratie en daarbinnen door de ogen van de noterende ambtenaar. Scuto gaf ons mee om ons goed te realiseren dat de bronnen die we beheren een administratieve en politieke context hebben. Dat zijn noties die ik ken, maar waar ik mij niet altijd van bewust ben.
De commotie in Nederland rond de samenwerking met de Mormonen bleek ook tot collega's over de grens te zijn doorgedrongen. In België staat die samenwerking volstrekt niet ter discussie. Daar wordt gewerkt met een overeenkomst die door het Rijksarchief namens de federale overheid is gesloten met de Mormonen en die de samenwerking bevordert. In Duitsland wordt er door de overheden bij de archieven op aangedrongen om vooral zaken te doen met de Mormonen. Het is immers de goedkoopste manier om bestanden te digitaliseren.
Er was zelfs een collega die mij uitlegde dat het posthuum dopen toch echt geen probleem oplevert, immers, de ziel van de overledene kan de doop gewoon weigeren. Mijn reactie luidde dat voor mij dit religieuze detail niet terzake doet, ik moet gewoon handelen op grond van wet- en regelgeving. Als iemand bezwaar maakt tegen dergelijke dopen, dan moet diegene bij de Mormonen zijn of zich desnoods bij de rechter vervoegen.
Ik kreeg regelmatig de vraag voorgelegd hoe ik aankijk tegen de fusie van Koninklijke Bibliotheek en Nationaal Archief. Ik heb daarop geantwoord dat die fusie voordelen biedt voor de ontwikkeling van het landelijke digitale depot, maar dat ik daarnaast wel grote zorg heb om de uitwerking van deze fusie. De Koninklijke Bibliotheek is een relatief heel grote partner, en voor je het weet worden archiefbelangen op het directieniveau ondergeschikt gemaakt aan die van de bibliotheek. Zeker als je bedenkt dat de algemeen rijksarchivaris/directeur Nationaal Archief straks waarschijnlijk ondergeschikt zal zijn aan een nieuwe algemeen directeur; dat is immers wat ik uit het Historisch Nieuwsblad opmaak. Bovendien, de algemeen rijksarchivaris heeft in het bestel een belangrijke, autonome rol. De vraag is hoe die straks wordt waargemaakt binnen de nieuwe organisatie. Het kan goed uitpakken, nog even het voordeel van de twijfel, maar het kan ook volledig mis gaan.
De Belgen zullen in ieder geval de Nederlandse ontwikkelingen op de voet volgen, want het Nederlandse voorbeeld heeft inmiddels tot Belgische navolging geleid. In 2017 fuseren het Rijksarchief en de Koninklijke Bibliotheek, onder de naam Pool Documentatie. Dat zal een grotere impact hebben dan in Nederland, want het Rijksarchief omvat óók de rijksarchieven in de provincies. Overigens hebben onze zuiderburen nog andere problemen, de Vlamingen althans. Hun in 2010 ten doop gehouden archiefdecreet is gedeeltelijk vernietigd, vooral omdat onvoldoende rekening was gehouden met de rol van de federale overheid. Anders dan de Vlaamse overheid wilde, blijft het toezicht op de lokale en regionale archieven bij de algemeen rijksarchivaris.
Al met al was het een informatieve bijeenkomst!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten