Deze week vergaderde ik in Weimar enkele dagen met het ICA SPA steering committee. Daarbij kwam onder andere aan de orde, hoe de Universele Verklaring over Archieven zo goed mogelijk te promoten. Binnenkort wordt daarvoor een online register ingesteld, zodat iedereen die de verklaring wil onderschrijven, dat kan doen. Onderdeel van onze vergadering was een overleg met Michael Hollmann, de nieuwe Präsident van het Bundesarchiv, vergelijkbaar met onze algemene rijksarchivaris. Het ging daarbij vooral over de betrekkelijk geringe Duitse betrokkenheid bij de internationale archiefwereld. Hollmann sprak de wens uit dat dit zal veranderen. Er zijn immers onderwerpen genoeg waarvoor uitwisseling zinvol is.
In Weimar was ook aandacht voor de situatie van de archieven op de Marshalleilanden. Daar bevinden zich de bescheiden die betrekking hebben op de atoomproeven die daar in de jaren vijftig werden gehouden. Deze archieven zijn in bijzonder slechte staat, maar de regering van de eilanden heeft geen enkele mogelijkheid om daarin verbetering te brengen. Het is dan ook zeer de vraag of deze documenten behouden zullen blijven. Aandachtspunt dus voor de ICA.
Rond onze vergaderingen legden we bezoeken af aan verschillende archieven en bibliotheken in Weimar. Daarbij viel mij op dat de afgelopen jaren kosten noch moeite zijn gespaard om voor deze instellingen goed geoutilleerde depots en leeszalen in te richten. Tijdens ons bezoek werd aan de uitbreiding van de archiefbewaarplaats van het Hauptstaatsarchiv nog gewerkt, evenals aan de verbouwing van het Goethe- und Schiller-Archiv. Ook werden we meegenomen naar de zolder van de Herzogin Anna Amalia Bibliothek. Daar is na de brand van 2004 een moderne leeszaal ingericht met een aanzienlijke omvang.
Uitbreidingsbehoefte, herstel na brand, het restaureren van een gebouw, dat zijn allemaal redenen, zo lijkt mij, om binnen dezelfde stad de handen ineen te slaan en samen te streven naar een gemeenschappelijk nieuw depot met studiezaal. Dat leidt immers tot een efficiëntere bedrijfsvoering en is ook voor bezoekers interessant. Een wetenschapper die in Weimar onderzoek doet naar Goethe wandelt nu als het tegen zit heen en weer tussen staatsarchief, stadsarchief, Anna Amalia Bibliothek, Goethe- und Schiller-Archiv en Goethe Nationalmuseum. Bij de prachtige nieuwe studiezalen is het bovendien de vraag hoe lang die in het digitale tijdperk hun functie behouden. Maar dat is in Weimar een gepasseerd station, de gebouwen zijn nagenoeg voltooid. Voor het beleven van het erfgoed in Weimar biedt dit dan weer wel het voordeel dat je de collecties ervaart in monumentale gebouwen die speciaal daarvoor zijn ingericht. Maar heel kostbaar is dat wel.
Uitbreidingsbehoefte, herstel na brand, het restaureren van een gebouw, dat zijn allemaal redenen, zo lijkt mij, om binnen dezelfde stad de handen ineen te slaan en samen te streven naar een gemeenschappelijk nieuw depot met studiezaal. Dat leidt immers tot een efficiëntere bedrijfsvoering en is ook voor bezoekers interessant. Een wetenschapper die in Weimar onderzoek doet naar Goethe wandelt nu als het tegen zit heen en weer tussen staatsarchief, stadsarchief, Anna Amalia Bibliothek, Goethe- und Schiller-Archiv en Goethe Nationalmuseum. Bij de prachtige nieuwe studiezalen is het bovendien de vraag hoe lang die in het digitale tijdperk hun functie behouden. Maar dat is in Weimar een gepasseerd station, de gebouwen zijn nagenoeg voltooid. Voor het beleven van het erfgoed in Weimar biedt dit dan weer wel het voordeel dat je de collecties ervaart in monumentale gebouwen die speciaal daarvoor zijn ingericht. Maar heel kostbaar is dat wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten