Vrijdag 23 maart ben ik afgereisd naar Weimar. Daar vergadert het bestuur van de sectie beroepsverenigingen van de International Council om Archives de komende week. Diezelfde avond bood Bernhard Post, directeur van het Thüringisches Hauptstaatsarchiv een kijkje in zijn archief. Indrukwekkend om kampregistratie van Buchenwald in handen te houden, even later een handschrift van Maarten Luther te zien en in een volgend depot het Bauhaus manifest met de handtekening van Gropius voorgeschoteld te krijgen. En dan heb ik het nog niet over de dossiers van de Oostduitse Volkspolizei met gegevens over vluchtelingen naar het westen. Bij alle digitalisering moeten we ruimte laten voor het beleven van de geschiedenis aan de hand van originelen, dat is me wel weer helemaal duidelijk!
Zaterdag nam onze Duitse collega ons mee naar de Wartburg, de plaats waar Luther in 1521 onderdook en de bijbel in het Duits vertaalde, maar ook de plaats waar de heilige Elisabeth van Thüringen verbleef, een naam die aan menige Nederlandse zorginstelling is verbonden.
's Middags togen we naar Buchenwald. De betekenis van archieven is voor deze gedenkplaats enorm. Die maken het mogelijk om gedetailleerd kennis te nemen van de donkere geschiedenis van deze plek. Archieven worden in Buchenwald nauwelijks bewaard, het archief van de gedenkplaats daargelaten. Wel is een uitgebreide collectie opgebouwd van persoonlijke getuigenissen en van films die zijn gemaakt van originelen elders. Heel heftig vond ik het om het crematorium binnen te gaan, de plaats waar duizenden lijken van nazi-slachtoffers werden verbrand. Onvoorstelbaar dat daar direct tegenover de kampdierentuin lag, bedoeld voor het Buchenwald personeel, dat bij de dieren al dan niet met hun kinderen ontspanning zocht. Uit de archieven blijkt dat de kampcommandant de zorg voor de dieren belangrijker vond, dan die voor de gevangenen. Uit diezelfde administratie komt naar voren dat aan voedsel voor de honden vijf keer meer werd uitgegeven dan aan het voeden van gevangenen... Tijdens onze rondleiding scheen de zon overvloedig en zongen de vogels. Ik vond dat een contrast met de werkelijkheid van toen, waarop onze begeleidster opmerkte, dacht u dat destijds de zon niet scheen, en de vogels ophielden met fluiten?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten