Deze dagen (16-19 juni) ben ik als vertegenwoordiger van de International Council on Archives te gast bij de Hongaarse vereniging van archivarissen tijdens hun Internationale Archiefcongres in Esztergom. Dit congres dreigde vanwege de overstromende Donau niet door te gaan, maar dankzij de daling van de rivier de laatste dagen konden de ruim 300 deelnemers toch welkom worden geheten. Het Hongaars congres is een bijzonder fenomeen, omdat het meer is dan een vakinhoudelijk archiefcongres. Het is de ontmoetingsplaats bij uitstek voor archivarissen die Hongaarse archieven beheren buiten Hongarije. Dat heeft nog steeds alles van doen met de Eerste Wereldoorlog, waarbij Hongarije tot de verliezers behoorde. Zo ongeveer tweederde van het grondgebied ging verloren. Daarmee ontstonden aanzienlijke Hongaarse minderheden in de Oekraïne, Roemenië (Zevenburgen), Slowakije, Slovenië, Servië en Kroatië. Het archiefcongres onderhoudt de onderlinge band en ondersteunt indirect de Hongaarse cultuur ter plaatse. Ik kreeg de indruk dat verschillende Hongaarse collega's nog sterk hangen aan het verleden van Groot-Hongarije. Die indruk werd versterkt toen we een excursie maakten met een groot gedeelte van de congresgangers naar het gedeelte van het district Esztergom aan de andere andere oever van de Donau, tegenwoordig op Slowaaks grondgebied. We bezochten er onder andere een versterking uit de tijd van koning Stefan de Heilige. Toen de menigte halt hield bij een café begon een dorpeling direct te roepen dat hij Hongaar was en dat altijd zou blijven....
Er was tijdens het congres ruime gelegenheid voor contact met collega's. Zo werd ik uitgebreid geïnformeerd over de institutionele wijziging die in de archiefsector is doorgevoerd. De archieven van de verschillende districten (comitaten) zijn met het archief van de landelijke overheid opgegaan in een nieuw Nationaal Archief, vergelijkbaar met de Nederlandse Rijksarchiefdienst van destijds. Voor sommige archieven is dit een vooruitgang, omdat dit een beperkte budgetverhoging betekende ten opzichte van het budget dat door het district werd toegekend. De meeste archieven ervaren de fusie echter als een bezuiniging, en dat niet alleen: er is sprake van controle vanuit Boedapest en de ruimte voor eigen beleid is ingeperkt. Als bijvoorbeeld centraal wordt besloten tot deelname aan een landelijk project, dan moeten alle districtsarchieven menskracht leveren. Buiten het Nationaal Archief bestaan alleen nog de archieven van vier grote steden, daaronder Boedapest, en van de kerken. Enigszins cynisch merkte een collega dan ook op dat de vereniging van archivarissen bijna tot een interne vereniging van het Nationaal Archief was geworden.
Ik realiseerde mij tijdens dit congres dat we er in Nederland relatief goed voor staan, zeker als je bedenkt dat de crisis in het oosten van Europa beduidend harder aankomt dan bij ons. Daar komt dan voor mij nog bij dat we net zijn verhuisd naar een prachtig nieuw pand. Ik keer dan ook met plezier vandaag naar huis terug!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten