zaterdag 26 november 2011

archivaris of geschiedschrijver?

Gisteren was ik aanwezig bij de viering van 25 jaar Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe en de start van de virtuele studiezaal, de vernieuwde website van deze instelling. De site biedt voortaan niet alleen toegang tot de archieven en collecties van het archivariaat, maar ook, dankzij digitalisering, in toenemende mate tot de achterliggende stukken. Waar het streekarchivariaat fysiek géén eenheid vormt maar te vinden is op vijf locaties, is die eenheid er voor de onderzoeker virtueel dus steeds meer.
Ter gelegenheid van het jubileum verscheen bij de IJsselacademie het boek Ontmoetingsplaats voor verhalen, dat werd gepresenteerd door de directeur van de academie, Jos Mooijweer. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om van leer te trekken tegen de regionaal historische centra, die hij neerzette als publieksonvriendelijk en niet historisch deskundig. Kleinere instellingen als het Veluwse streekarchivariaat, doen het in zijn ogen veel beter. Daar zijn gastvrije, klantgerichte archivarissen te vinden, kenners van de lokale en regionale geschiedenis. Kom daar bij de grote archieven maar eens om, zo meldde hij.
Inderdaad, bij een rhc als het Gelders Archief zal de kennis op het niveau van wijk en dorp beperkter zijn. Maar dat zie ik niet als probleem. Voorop staat voor mij dat wij bezoekers, virtueel of in persoon, kunnen begeleiden op zoek naar antwoorden op hun vragen. Dat is iets anders dan zelf het antwoord geven! Bovendien, er zijn inmiddels zoveel (amateur)historici actief, die samen zoveel kennis hebben vergaard, dat wij daar nooit tegen op kunnen. En dat moeten we ook niet willen. We hebben onze handen vol aan onze eigenlijke archivistische taak, het e-depot incluis, laten we dus bij onze leest blijven of daar naar terugkeren!
Natuurlijk is het denkbaar dat een archiefinstelling zich op het gebied van de geschiedschrijving begeeft. Maar dat  moet dan niet verward worden met de inhoud van onze professie. Voor een archivaris is het historisch bedrijf toch echt een nevenopdracht. Daar zijn bij het Gelders Archief zelfs aparte geldstromen mee gemoeid.

3 opmerkingen:

  1. Helemaal mee eens Fred.
    Ik was gisteren bij de Brabantse Archivarissen Dag waar het ging over samenwerken of samengaan. De nadruk werd hierbij erg gelegd op het samengaan van archiefdiensten met andere "erfgoedinstellingen", zoals het Markiezenhof of Erfgoedsite Tienen. Belangrijkste argumenten hiervoor waren dat je dan zo'n mooie expoities kon organiseren en alle historische kennis van de gemeente in één organisatie had.
    Aan de bewijswaarde en het verantwoordingsbelang van archieven werd volledig voorbij gedaan en toezicht op de archiefvorming bij de overheden was maar ingewikkeld.
    Ik vind het redelijk schokkend dat steeds meer archiefdiensten samengaan met musea en dat de diensthoofden / archivarissen dit allemaal als een promotie en/of verbetering zien en de uniciteit van archieven bijna te grabbel gooien.
    (OK, die laatste zin is misschien wat erg dramatisch...)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo blijkt maar weer dat Janus in heel veel ideevorming als eenhoofdig wordt beschouwd, terwijl morgen voor ons net zo belangrijk is als gisteren. Tentoonstellingen maken? Prachtig, we hebben meer dan genoeg interessante en beeldende bronnen, annekdotes, verhalen en dergelijke in huis. Kom vooral eens kijken. Maar dat er ook een taak ligt om ervoor te zorgen dat we morgen kunnen nagaan wat er vandaag gebeurt, zodat we kunnen nagaan hoe er met belastinggeld wordt omgegaan (ik lees vandaag net in de volkskrant dat er jaarlijks miljarden verloren gaan aan mislukte ict-trajecten bij de overheid)... Transparantie is helemaal niet ingewikkeld. Bovendien is iets ingewikkeld noemen wat mij betreft synoniem voor 'wij weten het ook niet' en daarmee een vlucht voor de lastige materie van ons vak. Bedreigend in plaats van een kans. Lekker knutselen, publiek aanspreken dat historisch geïnteresseerd is en rustig gaan slapen. Al die lastige problemen met verantwoording (je zult er verantwoordelijk voor zijn!), laten we dat tweede hoofd van Janus vergeten, dan worden we toch gewoon conservaris? Maar als Janus alleen omkijkt vergeet hij dat er ook een toekomst op hem wacht

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het samengaan met erfgoedinstellingen kan goed uitpakken als het gaat om beheer/behoud en presentatie. Echter blijkt in de praktijk dat de andere sectoren niet alle taken van de archiefinstelling (er)kennen. Vooral de verantwoording voor de huidige archiefvorming blijft buiten beschouwing.
    Ten tweede zijn archiefinstellingen vaak professioneler georganiseerd dan musea met een groter aandeel vakkundig personeel. Als de archiefdienst het toezicht op de nog niet overgebrachte archieven goed onder de aandacht kan brengen en de professionaliteit op peil weet te houden kan een samenwerking wel degelijk een meerwaarde hebben.

    BeantwoordenVerwijderen