Tijdens de Deutscher Archivtag vergaderen de
verschillende Fachgruppen van de Duitse archivarissenvereniging, daaronder is ook de Fachgruppe
Herrschafts- und Familienarchive. Die boden mij een kijkje in de
werkzaamheden van hun leden. Een aantal van hen is als archivaris werkzaam voor
adellijke families die destijds regeringsmacht uitoefenden en nog steeds zelf
hun archieven beheren. Zo is de versnippering van Duitsland in verschillende
staten in het Duitse archieflandschap nog steeds terug te zien. Voor de bestudering
van de geschiedenis van verschillende regio's en zelfs deelstaten zijn deze
archieven onontbeerlijk. Probleem is dat het beheer van deze archieven steeds
meer te wensen overlaat. Oudere adellijke generaties beschouwden het als een
erezaak om hun archief in goede staat te houden en het open te stellen voor het
publiek. Een nieuwe generatie denkt daar anders over. Zij ziet het archief als
een kostenpost waarop bezuinigd kan worden. Tijdens het congres gingen daarom
stemmen op om ervoor te pleiten dat deze adelsarchieven worden ondergebracht
bij de staatsarchieven. Probleem is dan wel weer, dat het in sommige regio's om
wel heel veel archieven gaat. Münster zou zich bijvoorbeeld om 100 archieven moeten bekommeren!
Ik realiseer me dat we in Gelderland al
anderhalve eeuw adelsarchieven opnemen. De toegankelijkheid van deze bestanden
bezorgt ons nog wel hoofdbrekens, maar voor het nageslacht blijven deze
archieven in ieder geval behouden.
In Nederland is het, sinds we kennis hebben
gemaakt met 23 archiefdingen, bijna niet meer voor te stellen dat er nog veel
tijd wordt ingeruimd om te discussiëren over de zin van het gebruik van de
nieuwe media. Maar dat gebeurde in Keulen heel uitgebreid in een gecombineerde
sessie voor de genoemde archivarissen van familiearchieven en die van
bedrijfsarchieven. Een meerderheid van de daarbij aanwezigen zette grote
vraagtekens bij het gebruik van vooral facebook. Email vinden zij handig, maar
waarom tijd besteden aan facebook, youtube en twitter? Sommigen spraken zelfs over
de facebook-generatie en verwachtten dat dit wel weer zou overwaaien. Gelukkig
waren er ook enkele collega's die ervoor pleitten facebook en andere media in
te zetten als onderdeel van de archiefcommunicatie. Iemand maakte daarbij de
opmerking dat je nog een stap verder zou kunnen gaan en gebruik zou kunnen
maken van de kennis van klanten, van crowdsourcing. Hij leek een roepende in de
woestijn…
Thuis gaan dingen mij niet altijd snel genoeg,
maar tijdens deze bijeenkomst heb ik dat allemaal gerelativeerd. Zaken die we
in Arnhem al heel gewoon vinden, worden in delen van de Duitse archiefwereld
nog als heel nieuw gezien. Dat ik een van de weinigen was die tijdens het
congres digitaal aantekeningen maakte, past bij dit beeld. Maar.... je moet
natuurlijk altijd oppassen met het trekken van conclusies!